
In de wereld van de universiteit maar ook op veel andere plekken is de ambitie groot om resultaten te behalen: in studie, in onderzoek, in kennis en kunde. Studenten worden klaargestoomd om de wetenschappers van de toekomst te worden. Ze volgen onderwijsmodules die hen hierin moeten sterken. Visitatiecommissies bezoeken de opleidingen en toetsen de uitkomsten en zetten zo de opleidingen onder druk om volgens de normen te presteren. Enquêtes onderzoeken de studenttevredenheid, de studievaardigheden, de aantallen publicaties en de status van een opleiding. Kunnen ze mee op het hoogste niveau? Minder goed gedocumenteerd is de prijs die moet worden betaald om op topniveau te presteren. Hoeveel studenten en medewerkers lijden onder de druk van studie en werk. En dan is er nog de naam, de reputatie, de artikelen die gepubliceerd worden in tijdschriften waar je naam aan verbonden is. Het naarstig streven naar een goed CV opdat de latere werkgever je graag in dienst zal nemen. Je bent een belofte, de afgelopen jaren heb je dat met veel inzet laten zien. Ook in de wereld van de kunsten en de literatuur speelt dit. Als je bekend wordt krijg je niet alleen veel aandacht maar wordt de druk ook groter. Maar waar gaat het om? Wat is dat dan ambitieus zijn. Christian Wiman die als dichter ook veel ambitie had kijkt hier heel kritisch naar. Dat laatste omdat hij dodelijk ziek werd, en in het aangezicht van een naderende dood kan ambitie smelten als sneeuw in de zon. Hij ontmaskert zelfs het hele streven om naam te maken, om iemand te worden door je werk. Hij schrijft:
“Ooit hing ik een denkbeeld van zuivere ambitie aan, die ik definieerde als ambitie voor werk, meer dan voor mezelf. Maar nu? Als de ambitie van een dichter werkelijk alleen zijn werk gold, niets anders, dan zou hij onder pseudoniem schrijven, en zo zou hij niet alleen de zuivere scheppingsruimte intact laten, maar ook niet worden afgeleid door pogingen om een naam te vestigen in de wereld.
Nee, alle ambitie riekt naar ziekte, wasemt de genadeloze geur van het zelf- behalve dan dat verschrikkelijke, gebenedijde gevoel in het hart van het scheppen zelf, als iedere gedachte aan je naam uitgeschakeld is en alles wat je wil is: het gedicht opdat het een werktuig wordt, waarin iets van de werkelijkheid, misschien zelfs iets van de eeuwigheid, zichzelf realiseert. Dat is nobele ambitie. Maar alles wat daarna komt – de hang naar erkenning, publicatie, zelfpromotie – is dat niet wat gewoonlijk de naam ambitie’ draagt? We pogen ons zelf voor onszelf echter te maken, te voelen dat we een zelf hebben, ook al leren de diepste momenten van het scheppen ons dat we dat, op een fundamentele manier, niet hebben. (Ziel is dat wat we op zulke momenten onthullen, en die houdt zich zowel binnen als buiten op, zowel in ons als in anderen.) Zolang het je ambitie is om je bestaan te stempelen op het bestaan je natuur op de natuur, is je ambitie corrupt en jaag je een spook na.”
Uit: Christian Wiman, Mijn heldere afgrond. Overpeinzingen van een moderne gelovige. Vertaald door Willem Jan Otten, Barneveld 2016, (Brandaan), pag. 53-54
Een les uit dit citaat zou kunnen zijn: het gaat om je werk, om het schilderen, schrijven, scheppen zelf. Niet om het resultaat met naamkaartje, niet om de handtekening, niet om de roem die je hoopt te verkrijgen, de status die aan je naam wordt gekoppeld als anderen iets in je werk zien. Maar kunnen we dat? Kun je presteren, studeren, onderzoeken, scheppen zonder die valse invloed op je psyche, je handelen, je denken die je aanzet tot zelf-promotie? Alsof jij het middelpunt bent, alsof jij in plaats van doorgeefluik, schepper bent, uitvinder, oorsprong van je product, en ook nog aanspraak maakt op een zekere uniciteit?
Persoonlijk geloof ik dat we niet zo uniek zijn als we zouden willen. We zijn eerder eenheidsworst. Alle uitingen op social media met foto’s en teksten om te laten zien hoe goed het gaat en hoe mooi het allemaal is, zijn in feite ook een weergave van die eenheidsworst. De vele smaken van de worst smaken uiteindelijk allemaal hetzelfde. We scrollen door de bijdragen en niets trekt echt onze aandacht en als onze aandacht al getrokken worden blijkt al heel snel dat het weer de zoveelste in de rij is die iets van zichzelf als zogenaamd ‘uniek’ persoon laat zien. Influencers leggen zichzelf een strak stramien op om maar te publiceren en hun volgelingen tevreden te stellen. Maar wat promoten ze eigenlijk? Toch niet meer dan de schamele huls waarin ze geestelijk verkeren? De buitenkant van de dingen waar ze zich mee bezig houden? Een wereld die schijn is en die schijn in stand houdt? Welke gek legt zichzelf zulk prestatiestramien op? Wie plaatst zich omwille van volgers en financiën in een dergelijke gevangenis van presteren en zichzelf presenteren? Stel dat je dit een leven lang moet doen? Een leven vol leegte en inhoudsloosheid? Wat blijft er dan nog van je over?
Het zelf dat je laat zien is een lege huls. Niet alleen omdat je zelf als zodanig al teveel gericht bent op de buitenkant van het bestaan, maar ook omdat het zelf een fictie is, een construct, een wijze van kijken naar jezelf in de hoop hier iets aan te treffen wat houvast biedt. Boeddhisten zeggen dat het ego, dat de kern vormt van het zelf, een illusie is. Het ego is een plank in de oceaan waar je jezelf aan vasthoudt om niet te verdrinken. Maar er is geen ego, er is geen plank en er is geen oceaan. Alle zelfpromotie is dus in feite onzin, illusoir, zinloos. Stel dat de Boeddhisten ongelijk hebben, dat het ego wel body heeft, wel inhoud, wel houvast geeft? De enige body van het ego is het lichaam zelf. Het zogenaamde zelf bewoont het lichaam en is er deel van. Dat betekent ook het woord zelfbewustzijn. Zelfbewustzijn is niet alleen een bewust zijn van iets geestelijks, iets dat je lichamelijkheid overstijgt, maar ook iets dat onlosmakelijk met het lichaam is verbonden. Zonder lichaam ook geen zelfbewustzijn want zonder lichaam kan het zelf nergens wonen – geen autotopie, geen zelfplaats, een topos waar het zelf thuis is. Lichaam en zelf zijn onlosmakelijk verbonden en het bewustzijn hiervan maakt je niet veel vrijer. Je bent een vrij mens in en met je lichaam, in en met je geest, in en met jezelf. Denken dat je zelf kan groeien, beroemd worden, door je inzet, je handelen, je manipulaties omdat je ambitieus bent, is volgens Wiman het najagen van een spook. Spoken bestaan niet. Dus wordt wakker. Stop je energie in het doen zelf: als je creatief bent, nieuwsgierig, ondernemend. Niet om naam te maken maar omdat je gegrepen bent door de activiteit die je doet: bijvoorbeeld het landschap dat je uit wil beelden via een schilderij of een gedicht. Laat het werk voor je spreken zonder dat streven om iemand te zijn of te worden. Zoals de middeleeuwse kunstenaars grotendeels onbekend zijn gebleven. Alleen hun werk is er nog en dat spreekt voor zich. Zoals de Japanse kunstenaars uit het Zenboeddhisme de weergave van de werkelijkheid in al zijn dimensies, ook de transcendente dimensie, kunnen waarderen zonder dat hier sprake is van auteurschap of verering van de kunstenaar zoals dat in onze samenleving gebeurt. Waar de naam meteen samenhangt met een prijskaartje. Walgelijk. Deze combinatie van heel veel geld met de roem, de naam van de kunstenaar. Ook dat is een voorbeeld van ambitie die riekt naar het stinkende riool van de zelfpromotie. Uiteindelijk de kunstenaar gaat dood, de wormen vreten niet alleen zijn lichaam maar ook het papier, het doek, het hout waarmee hij werkte. De verf bladert af, laat los, verwaait in de wind. Geen enkel museum is in staat een werk te behouden voor de eeuwigheid. Niets zal de tand des tijds doorstaan. Alles vergaat en alles blijft behouden, alleen in een andere staat. De leegte was een volheid, de volheid wordt een leegte, een voortdurende kringloop. Ambitie is slechts een spuugje op het gelaat van de Boeddha. De wind droogt het op. Niets meer te zien.
John Hacking
8 juli 2022

Beste John,
Nog even een verlate reactie op het bericht ‘God-ontmoeting.’
Je schrijft : ‘Veel later in het boek (Exodus 33,20-23) trekt God aan Mozes voorbij. Mozes staat in een rotsspleet. God beschermt hem met zijn hand opdat hij niet Gods gelaat zal zien (en sterven) …’
Nu ontdekte ik een mooie parallel van het vers ‘Gods gelaat … zien en sterven’ op een onverwachte en onverdachte plaats. Bij de video getiteld ‘Richard met God’ over een Bijna Dood Ervaring, van een zekere Richard Cole, vertelde hij dat hij zich wilde omkeren – terwijl hij al ‘dood’ was, en verbleef in dat tussengebied – om te zien waar de ‘two beams of light over his right shoulder’ came from.
Dan zegt hij (bij 5.12 min. van video)
” … and I then heard a voice. And the voice was very authoritative, not loud, but .. He says: “don’t turn around !” And I’m thinking, well, why not ? “Don’t turn around, because, if you see my Face, you’ll have to stay Here !”
Dat is een prachtige parallel met Mozes. Gods gelaat zien, betekent sterven.
Deze Richard krijgt te horen: als je mijn gezicht ziet, moet je hier blijven,(dwz. dan ben voorgoed dood)
“That would be OK, but I have a job for you ”
“If you disobey me, I won’t be happy. You don’t wanna see me unhappy !”
Zo’n ervaring – zo’n (BDE) Bijna Dood Ervaring zou zomaar eens ten grondslag kunnen liggen aan de God-ontmoeting van Mozes in de Torah.
Met hartelijke groet,
Hans van Niekerk,
Leiden
(bezoeker van Ekklesia Amsterdam van Huub, en Leiden (soms) en liefhebber van een paar gedichten van Roberto Juarroz)
LikeGeliked door 1 persoon