
Enkele citaten uit Levenskunst van Anselm Grün
HET CONSTANT DRUK HEBBEN kan ook een soort vlucht zijn, namelijk de vlucht voor een goed inzicht in jezelf. Dit geldt voor mensen die een zware baan hebben en zichzelf door het vele werk geen tijd gunnen. Maar het geldt in het bijzonder ook voor oudere mensen. Voor C.G. Jung is een hoge leeftijd de kans om naar binnen te luisteren, God te ontmoeten en in Hem de vervulling van je leven te zien. Tegenwoordig houdt bejaardenwerk dikwijls in: het bezighouden van de mensen. Er worden met hen verre reizen gemaakt en er worden hun voortdurend allerlei programma’s aangeboden. Dat is allemaal goed bedoeld en vaak genoeg zeker juist. Maar als je deze kans op je oude dag mist omdat je het veel te druk hebt, dan is er iets goed fout.
Volgens
C.G. Jung is het onze opdracht om naar binnen te kijken en ons ware zelf te
vinden als we op middelbare leeftijd zijn gekomen. We moeten ophouden om
uiterlijke vervulling te zoeken. Voor Jung is oud worden een heilig proces, dat
de ruimte van het zwijgen nodig heeft. Zo schrijft hij aan een man die per se
met hem wilde praten: ‘Eenzaamheid is voor mij een geneeskrachtige bron,
waardoor het leven de moeite waard wordt. Praten is dikwijls een kwelling voor
mij, en ik moet vaak meerdere dagen zwijgen om te herstellen van de futiliteit
van woorden. Mijn krachten nemen allengs af, en ik kijk enkel en alleen terug
als het niet anders gaat. Dit afscheid is op zichzelf al een groot avontuur,
maar niet iets waar je uitvoerig over zou willen praten … Wat overblijft, is
zwijgen! Dit inzicht wordt mij iedere dag duidelijker, de behoefte om je te
uiten wordt minder.’ De geestelijke opdracht als je ouder wordt, is: nadenken
over het geheim van leven en sterven. En daarvoor is de ruimte van de stilte
nodig. Wie op hoge leeftijd heel druk bezig blijft, mist deze mogelijkheid. Hij
verprutst een grote kans om geestelijk werkelijk volwassen te worden.
VIND JE EIGEN TEMPO
IEDER MENS HEEFT ZIJN eigen tempo. Wat is jouw eigen, zeer persoonlijke tempo? Wanneer ben jij uit de bocht gevlogen? Bij welke gelegenheden heb jij gemerkt dat je de macht over het stuur verliest? Het gaat erom je eigen tempo te vinden. Een manier om je eigen tempo te vinden is het aanvoelen van je innerlijke ritme. Als jij in harmonie bent met jezelf, als jij innerlijk tot rust komt, als jij samenvalt met jezelf, dan voel je welk tempo bij jou hoort. En als je in dit tempo leeft, dan zal ook jouw leven vrucht dragen. Het is niet de bedoeling dat jij jezelf met anderen vergelijkt, maar dat je de moed hebt om je eigen tempo te vinden en ook in dit tempo te leven. Dan wordt jouw leven gaaf en heel. En het wordt ook voor anderen een bron van zegen.
WAT IS JOUW DOEL?
DIKWIJLS GENOEG VERLIEZEN WIJ door alle activiteiten en de hectische drukte van het dagelijkse bestaan het eigenlijke doel van ons leven uit het oog. Wat is het doel van jouw eigen leven? Kun jij het in enkele woorden formuleren? In Psalm 34,15 staat: ‘[ … ] zoek vrede, jaag die na.’ Hoe zou jij het doel van jouw leven beschrijven? Streef jij het na? Kies het doel van jouw leven. Je zult zien dat wanneer jij een doel in je leven kiest, je krachten worden gemobiliseerd. Datgene wat je zoekt, zal steeds duidelijker worden en je zult het met steeds grotere vastberadenheid nastreven.

DIEPGANG IN AL JE RELATIES
TRANSCENDENTIE IS NIET IETS wat onze aardse wereld overstijgt, maar ze is de geheimzinnige dimensie van het hele bestaan, de grond van heel het bestaan: het goddelijke dat al het aardse vervult. Als ik een bloem bewust waarneem, zal ik in die bloem het geheim van het goddelijke ontdekken. Ze is niet alleen materie, welgevormd, in haar komt ook Gods scheppingskracht tot uiting. En wanneer ik de relatie met een medemens bekijk, dan ervaar ik in de relatie met de ander niet alleen zijn persoonlijkheid, niet alleen de liefde over en weer. In de ander vermoed ik veeleer het geheim van de goddelijke liefde, een geheim dat hem overstijgt. Het transcendente karakter in relaties ligt daarom niet buiten de relatie met de mensen en de schepping. Dit aspect is de geheime diepte in alle relaties, een geheim dat in alles aanwezig is.
Door de link met het transcendente is de relatie met een medemens nooit vervelend. leder mens is beperkt, maar als ik in de ander stuit op het goddelijke geheim, dan ervaar ik in deze relatie iets wat onbeperkt, oneindig, onuitputtelijk is. Net zoals ik nooit ophoud mij te verbazen wanneer ik in de schoonheid van de natuur het geheim van het leven bij uitstek waarneem, zo ervaar ik dit ook bij mensen. Zonder de transcendente dimensie loop ik altijd gevaat de natuur of de medemens als object te beschouwen en deze voor mijzelf uit te buiten. Bij een medemens kom ik gemakkelijk in de verleiding om hem te gebruiken voor mijzelf, hem te beoordelen en hem bij voorbaat een etiket op te plakken. Maar dan neem ik zijn vitale uniciteit niet waar. Ik doe de ander geen recht. De relatie met het transcendente is daarom de voorwaarde om de relaties met de mensen en de dingen goed te laten zijn, dat wil zeggen: de ander of het andere recht te doen.
BLIJF BIJ JEZELF -BAKEN JE GRENZEN AF
‘WIE FOUTEN WIL VINDEN, vindt ze ook in het paradijs’ (Henry Thoreau).
Er zijn mensen die altijd een haar in de boter vinden. Ze vinden zelfs in het paradijs nog een fout. Ook daar hebben ze iets op aan te merken. De vraag is waar zo’n houding vandaan komt. Blijkbaar zijn het mensen die uiterst ontevreden zijn met zichzelf. Omdat ze geen vrede ervaren in zichzelf, kan niets hen tevredenstellen. En wanneer anderen iets prijzen en bewonderen, worden ze jaloers. Ze moeten het goede dat de ander bewondert en waar de ander van geniet, vernietigen. Er bestaat voor hen niets wat hen zou Kunnen bevredigen, noch een mens noch God, noch de hemel noch de hel, noch het paradijs noch het leven van alledag. Ze hebben overal kritiek op. Het is moeilijk met zulke mensen om te gaan. Ze hebben de neiging ook de mensen om zich heen naar beneden te trekken. Ze verspreiden een sfeer van ontevredenheid, gejengel, bitterheid en onvrede.
Bij zulke mensen rest ons niets anders dan onze grenzen af te bakenen en onze eigen ziel te beschermen, opdat ze niet wordt aangestoken door de koorts van onvrede. Wanneer ik mij distantieer van zulke mensen, dan veroordeel ik hen niet. Ik laat hen zoals ze zijn: ‘Jij mag zijn zoals je bent. Jij mag de wereld zien zoals je haar ziet. Maar ik weiger jouw zienswijze voor mijzelf te accepteren. Ik zie er ook van af om jou te overtuigen van het tegendeel. Want ik weet dat dit een eindeloze onderneming wordt, waar ik mijn tanden op zal breken. Ik laat jou in je waarde. Maar ik blijf ook bij mijzelf en ik houd mijn visie op de dingen.’
GEEN VERGELIJKING
‘WAAR JE OOK KOMT, vergelijk jezelf niet met anderen, en je zult rust vinden’ (Abba Poimen).
Zodra wij bij een groep mensen komen, begint bij ons het mechanisme van de vergelijking te werken. Ik vergelijk mezelf met de anderen: zien ze er beter uit dan ik? Zijn ze intelligenter dan ik? Verdienen ze meer geld dan ik? Vestigen ze meer aandacht op zichzelf dan ik? Zijn ze spiritueler dan ik? Zolang ik mijzelf met anderen vergelijk, zal ik nooit tot rust komen. Ik zal mezelf geringer achten en de anderen hoger schatten ofwel omgekeerd. Maar ik blijf niet bij mezelf Ik ben steeds met de anderen bezig. En zo kom ik nooit tot rust. Alleen als ik ervan afzie om mijzelf te vergelijken met anderen, zal ik rust vinden. Dan word ik met mijzelf geconfronteerd en word ik uitgenodigd om me te verzoenen met mijzelf en met mijn werkelijkheid. Als ik ervan afzie om mij steeds te vergelijken met anderen, word ik dankbaar voor datgene wat God mij heeft geschonken en ieder moment aanbiedt. In plaats van. te letten op de anderen neem ik mijzelf waar zoals ik ben. Ik blijf bij mezelf. Ik ben er gewoon. Dat is de voorwaarde om rust te kunnen vinden. Want rust betekent simpelweg: er zijn, rusten, in harmonie zijn met jezelf, in vrede genieten van het moment.

WOEDE DOET JE GOED -DRIFT VERSCHEURT JE
WOEDE IS VAAK EEN belangrijke kracht om ons te bevrijden van negatieve herinneringen en om mensen die ons hebben gekwetst, emotioneel buiten de deur te zetten. Zolang we steeds maar bezig blijven met onze gekrenktheid, geven we degenen die ons hebben gekwetst, macht over onszelf. Sommige mensen zitten constant in hun eigen wonden te wroeten. Dan is woede een zeer belangrijke kracht. Wanneer ik woede kan voelen ten opzichte van degene die mij heeft gekwetst, dan kan ik mij distantiëren, dan kan ik de problemen van de ander scheiden van mijn eigen problemen. Woede is de eerste stap op weg naar bevrijding en genezing.
Maar irritatie en woede moeten ons leven niet voor lange tijd bepalen. Het is heel nuttig om je irritatie voor het slapengaan te bekijken en los te laten, om te voorkomen dat de irritatie zich in een droom in het onbewuste nestelt en zich de volgende dag als diffuse ontevredenheid manifesteert. Als wij onze irritatie ’s nachts in onze slaap meenemen, verliezen wij de controle over onszelf, ons gedrag wordt vanuit het onbewuste nog steeds door irritatie en wrok beïnvloed. ‘Laat de zon niet over je drift ondergaan, anders komen de demonen gedurende je nachtrust en beangstigen je en maken je op die manier nog laffer voor de strijd van de volgende dag. Want de waanbeelden van de nacht ontstaan gewoonlijk door de prikkelende invloed van drift. En nooit is de mens meer bereid om zijn worsteling op te geven, dan wanneer hij zijn emoties niet meer kan beheersen.
Als het onbewuste is geïnfecteerd door drift, verliest de mens alle controle over zichzelf, en hij wordt een weerloos slachtoffer van zijn drift. Maar dan wordt hij innerlijk verscheurd.
OP ANDEREN AFSTAPPEN
VEEL MENSEN DENKEN TEGENWOORDIG dat ze vooral hun eigen grenzen moeten bewaken om niet te veel van zichzelf te vergen. Maar vaak genoeg voelen ze zich opgesloten binnen hun enge grenzen, en het leven in hen sterft af.
Durf op andere mensen af te stappen, niet om je eigen slechte geweten te sussen, maar vanuit een innerlijke onafhankelijkheid. Ontwikkel fantasie om te bedenken hoe je vreugde kunt brengen in het leven van de mensen die jij ontmoet. De rozen die jij brengt in het leven van andere mensen, verspreiden hun geur niet alleen voor hen maar ook voor jou. Ze vervullen ook jouw hart met liefde en vreugde.
Doordat jij je richt op andere mensen, komt er in jou iets op gang, word jij innerlijk vrij en ruim. Dat was het geheim van de heilige Elisabeth. De legende van het rozenwonder vertelt daarvan. Het zou ook het geheim van jouw leven kunnen worden.
KRACHT UIT CRISES
WIE DENKT DAT HIJ alles kan wat hij wil, vergist zich. Hij moet eerst zijn eigen grenzen tegenkomen. Wie denkt dat hij zichzelf met zijn wil onder controle kan krijgen, moet eerst zijn eigen schaduwkanten onder ogen zien, om te ontdekken dat er in zijn binnenste domeinen zijn die zich niet laten controleren. Je kunt ze alleen maar accepteren en je ermee verzoenen. Ze zijn zo machtig dat ze zich zullen manifesteren, of we het nu willen of niet. En hoe meer wij deze domeinen onderdrukken, des te onstuimiger zullen ze tegen ons in opstand komen en ons leven, dat tot nu toe zo stabiel leek, overhoop halen. Het onbewuste laat zich niet uit de weg ruimen door activisme. Het laat zich ook niet wegrationaliseren. Alleen als we de moed hebben om af te dalen in ons eigen onbewuste, om de schaduwkanten van onze ziel te verkennen, zullen we het onbewuste ontdekken als levensbron en als bron van innerlijke kracht.
Ik maak in bedrijven veel managers mee die denken dat ze het leven enkel en alleen door hun verstand en hun wil de baas kunnen worden. Door deze vergissing komen ze niet alleen in een persoonlijke crisis terecht, maar hun onbewuste schaduwkanten gaan ook een dubieuze rol spelen in hun bedrijf. De managers leggen een rookgordijn van onbewuste behoeften en emoties. Het werkklimaat wordt er emotioneel door vergiftigd, het personeel wordt ziek. Het ziekteverzuim binnen een bedrijf hangt vaak samen met de verdrongen schaduwkanten van de leidinggevenden. De medewerkers en medewerksters zitten gevangen in een ziekmakende smog. De crisis dwingt ons om onze schaduwkanten te ontdekken en onder ogen te zien. Dar zal heilzaam zijn voor onze omgeving. Maar als we weglopen voor onze eigen schaduwkanten, zullen we ze projecteren op de anderen om ons heen. Dan voeren we een schijngevecht, dat helemaal niets oplevert. We zullen met onze schaduwkanten ons gezin, ons bedrijf, onze gemeente, onze samenleving verduisteren. Wanneer wij in onze crisis eindelijk onze eigen waarheid ontdekken, dan klaart het ook in onze omgeving op, dan kan er van ons zegen uitgaan, genezing en heil.

DOORKRUIST
BIJ EEN CRISIS WORDEN je plannen altijd doorkruist. Ons leven loopt niet meer op rolletjes. Iers dwarsboomt ons, en dar komt van buiten of van binnen. Wat ons doorkruist, breekt ons leven open. Maar het kan ons leven ook stukbreken. Het begrip ‘kruis’ is niet alleen een symbool van de crisis, maar ook van het schipbreuk-lijden. Crisis en schipbreuklijden zijn niet identiek aan elkaar. Een crisis is meer een pijnlijk proces, aan het einde waarvan nieuw leven ontstaat. Schipbreuklijden berekent dat iets is stukgebroken. Maar toch hebben crisis en schipbreuklijden met elkaar te maken. Het Duitse woord ‘scheitern’
[schipbreuk lijden, mislukken, stranden, falen]
komt van ‘Scheit’ en daarmee wordt ‘splijten, scheiden’ bedoeld. En crisis betekent immers ook eigenlijk: scheiden. In het begrip ‘afscheid’ zit het woord ‘scheiden’. Als ik schipbreuk lijd, moet ik afscheid nemen van mijn oude levensconcept. Mijn levensplan is mislukt, maar niet ik als persoon. Ik kan door de mislukking opengebroken worden voor een nieuw leven, voor mijn ware zelf. Ja, de mislukking kan mij op een zeer radicale manier openbreken voor God. In een crisis gaat het er uiteindelijk ook om dat alles uit mij verdwijnt wat niet aansluit bij mijn ware wezen. Alles wat secundair is, alles wat ik heb, wat ik bezit: mijn succes, mijn reputatie, mijn importantie, valt weg, verdwijnt, wordt stukgebroken om het essentiële tevoorschijn te laten komen.
Bij iedere crisis moet iets in ons sterven. De illusies die wij ons over het leven hebben gemaakt, sterven: de illusie dat wij ons leven zelf onder controle hebben, de illusie dat wij door aangepast te leven alle moeilijkheden uit de weg gaan, de illusie dat ons niets kan overkomen als wij uitsluitend volgens de geboden van God leven. In een crisis sterft altijd een stukje van ons ego. Sommige mystici denken dat wij ons ego moeten vernietigen, opdat God in ons ruimte krijgt. Maar het is gevaarlijk wanneer iemand zijn ego vernietigt. Het leven zelf ontneemt ons de illusies van ons ego. Het breekt ons door de crises en mislukkingen open voor God, maar ook voor ons ware zelf, voor het onvervalste en unieke beeld dat God heeft ontworpen van eenieder van ons.
STANDHOUDEN
UIT EEN CRISIS MOET kracht ontstaan. Wat is kracht? Het Oudgermaanse woord ‘kraft’ betekent eigenlijk ‘behendigheid, vaardigheid, kunst, handwerk’. Het hoort bij een Indogermaanse woordgroep die ‘draaien, wikkelen, zich samentrekken’ betekent. Voor het woord ‘kracht’ was de voorstelling bepalend van het spannen van je spieren. Uit een crisis kan een nieuwe behendigheid ontstaan. Ik kan leren met mijn leven op een nieuwe manier om te gaan. Het gaat erom de kunst van het leven te leren. Maar daarvoor is het noodzakelijk dat ik mijn spieren span, niet alleen mijn lichamelijke spieren, maar ook de krachten van mijn ziel. Anders zou de crisis mij ook in het verderf kunnen storten, met een dodelijke afloop. Ik kan de crisis weliswaar niet op eigen kracht te boven komen. Maar ik moet ook zelf iets doen opdat er kracht ontstaat uit de crisis. Ik moet dwars door de crisis heen gaan. Ik moet standhouden en niet vluchten. En soms moet ik ook vechten om niet in de crisis ten onder te gaan.

VERTROUW JE EIGEN VERLANGEN – en je hart wordt ruim. Je verlangen laat jou boven je eigen beperkte ego uitstijgen en relativeert de problemen waar jij mee worstelt. Je verlangen bevrijdt je van de dwang om alles wat mooi en aangenaam is, vast te moeten houden. Je kunt er blij mee zijn en het weer loslaten. Je verlangen stelt jou in staat om te midden van de conflicten in het leven kalm te blijven. Wat niet voldoet aan jouw verwachtingen, kan jouw verlangen verdiepen. Daarom reageer je niet met verdriet en frustratie, maar met innerlijk vertrouwen en innerlijke vrijheid. Alles wat jou dwarszit, kan jou – als jij je eigen verlangen vertrouwt – niet beroven van je liefde en beminnelijkheid, maar zal ze enkel en alleen versterken en verdiepen. Vertrouw je eigen verlangen – en daardoor zul jij kalm en opgewekt worden.
HOE KUNNEN WIJ IN contact komen met ons verlangen? De ene methode is: ons leven bekijken en het verlangen ontdekken dat achter al onze begeerten, verslavingen, hartstochten, behoeften, wensen en hoopvolle verwachtingen schuilgaat. De consequenties van alles wat wij meemaken, doordenken; alles grondig onderzoeken. De andere methode is spiritueel van aard. Wanneer wij in het Onze Vader bidden: ‘[ … ] uw koninkrijk kome [ … ]’, dan hoeven we niet – zegt Augustinus – God te smeken of Hij Zijn koninkrijk eindelijk wil laten komen, maar wij wakkeren in onszelf het verlangen naar dit koninkrijk aan. De Psalmen zijn voor Augustinus liederen van verlangen. Terwijl we ze zingen, groeit in ons het verlangen naar de ware geborgenheid in God. Augustinus vergelijkt het zingen van Psalmen met het zingen van voetreizigers. In de tijd van Augustinus trok men ’s nachts voort om niet door rovers overvallen te worden. Maar daarom werden de voetreizigers vaak erg bang. Ze zongen hun inheemse liederen om hun angst te verdrijven. Augustinus trekt de volgende vergelijking: we zingen dus hier als we in een vreemd land zijn, de liefdesliederen van ons vaderland om onze angst voor de duisternis te overwinnen en het verlangen naar God aan te wakkeren.
Zingen is voor Augustinus de hoogste vorm van bidden. Hij heeft een eigen theologie van het zingen ontwikkeld. ‘Cantare amantis est’ -zingen is een zaak van minnaars. Alleen wie liefheeft, kan zingen. Het zingen leidt de mens naar binnen, in het (lntimum domus meae’) – in het binnenste van mijn huis. Als je naar muziek luistert, komt de klank van de violen en cello’s van buiten op je af. Maar het zingen leidt je naar een innerlijke ruimte, waar jij je aangeraakt voelt, waar jij thuis bij jezelf, waar jij heel en gaaf bent. Als jij in deze innerlijke ruimte bij jezelf bent aangekomen en in deze innerlijke ruimte thuis bent, dan is een verslaving die de geborgenheid van het paradijs buiten zoekt, overbodig. Wie in contact komt met zichzelf, voelt in zichzelf iets wat deze wereld overstijgt en geborgenheid creëert midden in de chaos van deze wereld.
Bron: Anselm Grün, Boek van de levenskunst, Kampen 2003 (Lannoo/Ten Have)
