23. MULlER, VENIT HORA ET NUNC EST, QUANDO VERI ADORATORES ADORABUNT PATREM IN SPIRITU ET VERITATE JOHANNES 4, 23
Dit staat geschreven in het evangelie van Johannes, Uit het lange verhaal kies ik één woordje, Onze Heer zei: ‘Vrouw, de tijd zal komen en is nu, dat de ware aanbidders de Vader aanbidden in de geest en in de waarheid, en zulke mensen zoekt de Vader,’ Letten jullie nu op dat eerste woordje dat Hij spreekt: ‘De tijd zal komen en is nu,’ Wie de Vader aanbidden wil, moet zich met zijn verlangen en vertrouwen plaatsen in de eeuwigheid, Er is een deel van de ziel, het bovenste, dat boven de tijd staat en het weet niets van de tijd noch van het lichaam, Alles wat duizend jaar geleden gebeurde, de dag die er duizend jaar geleden was, is in de eeuwigheid niet verderweg dan dit uur waarin ik nu hier sta, of de dag die over duizend jaar of zo ver als je kunt tellen zal komen, die is in eeuwigheid niet verderweg dan het ogenblik waarin ik nu ben, Nu zegt Hij dat ‘de ware aanbidders de Vader aanbidden in de geest en de waarheid,’ Wat is de waarheid?
Waarheid is zo edel dat, als God zich van de waarheid zou kunnen afwenden, ik me aan de waarheid zou vasthouden en God zou loslaten; want God is de waarheid, en al wat in de tijd is of al wat God ooit schiep, dat is de waarheid niet.
Nu zegt Hij: ‘die aanbidden de Vader,’ Ach, hoevelen zijn er niet die een schoen aanbidden of een koe of een ander schepsel en zich daarom bekommeren, en dat zijn dwaze mensen, Zodra je God aanbidt omwille van iets geschapens, bid je tot jouw schade, want in de mate waarin het geschapene schepsel is draagt het bitterheid en tegenspoed en onheil en ongeluk in zich. En daarom treft zulke mensen terecht ongeluk en bitterheid.
Waarom? Ze hebben erom gebeden! Ik heb het wel vaker gezegd: wie God zoekt om
met Hem iets te zoeken vindt God niet; maar wie werkelijk alleen God zoekt vindt God en vindt nooit alleen God, want vindt met God ook al wat God te bieden heeft. Zoek je God en zoek je Hem voor eigen nut of om je eigen zaligheid, heus, dan zoek je God niet.
Daarom zegt Hij dat de ware aanbidders de Vader aanbidden, en dat zegt Hij heel terecht. Een goed mens geeft op de volgende vragen het juiste antwoord: ‘Waarom zoek je God?’ ‘Omdat Hij God is.’ ‘Waarom zoek je de waarheid?’ ‘Omdat het de waarheid is.’ ‘Waarom zoek je de gerechtigheid?’ ‘Omdat het de gerechtigheid is.’ Maar alle dingen die in de tijd zijn hebben een waarom. Bijvoorbeeld als je zou vragen: ‘Waarom eet je?’ ‘Opdat ik kracht heb.’ ‘Waarom slaap je?’ ‘Om dezelfde reden.’ En zo is het met alle dingen die in de tijd zijn. Maar een goed mens kent geen waarom. ‘Waarom heb je God lief?’ ‘Ik weet het niet, omwille van God.’ ‘Waarom heb je de waarheid lief?’ ‘Om der wille van de waarheid.’ ‘Waarom heb je de gerechtigheid lief?’ ‘Omwille van de gerechtigheid.’ ‘Waarom heb je de goedheid lief?’ ‘Omwille van de goedheid.’ ‘Waarom leef je?’ ‘Echt, dat weet ik niet! Ik leef graag.’
Een leermeester zegt: ‘Wie ook maar eenmaal wordt aangeraakt door de waarheid, door de gerechtigheid’ en door de goedheid, zou, al hing alle pijn van de hel daaraan vast, zich geen ogenblik meer daarvan kunnen losmaken.’ Voorts zegt hij: ‘Als iemand door deze drie wordt aangeraakt, door de waarheid, door de gerechtigheid en door de goedheid, dan is het voor hem even onmogelijk zich van deze drie weer af te wenden als het voor God onmogelijk is om zich van Zijn godheid af te wenden.’
Een leermeester zegt dat het goede drie takken heeft. De eerste tak is nut, de tweede tak is vreugde, de derde tak is betamelijkheid. Daarom zegt Hij: ‘die aanbidden de Vader’. Waarom zegt Hij ‘de Vader’? Als je de Vader, dat wil zeggen alleen God, zoekt, dan vind je met God alles wat Hij te bieden heeft. Dat is een zekere waarheid en een noodzakelijke waarheid en een geschreven waarheid, en zou die niet geschreven staan, dan was het toch waar: zou God nog meer bezitten, dan zou Hij dat niet voor jou kunnen verbergen, en Hij zou het jou moeten openbaren, en Hij geeft het jou; en ik heb het vaker gezegd: Hij geeft het jou en geeft het jou op geboortewijze.
De leermeesters zeggen dat de ziel twee aangezichten heeft, en het bovenste aangezicht aanschouwt God aldoor, en het laagste aangezicht kijkt wat naar beneden en ordent de zintuigen; en het bovenste aangezicht is het hoogste van de ziel, dat bevindt zich in de eeuwigheid en heeft niets van doen met de tijd en weet niets van de tijd, noch van het lichaam. En ik heb wel eens gezegd dat daarin zo iets als een oorsprong van al het goede verborgen ligt en zo iets als een stralend licht dat altijd straalt, en als een brandende brand die altijd brandt, en die brand is niets anders dan de Heilige Geest.
De leermeesters zeggen dat uit het bovenste deel van de ziel twee krachten vloeien. De ene heet wil, de andere intellect. Van beide krachten ligt de voleinding in de hoogste kracht, dat wil zeggen in het intellect: dat kan nooit tot rust komen. Het intellect wil God niet voor Hij Heilige Geest is en voor Hij de Zoon is, het ontvlucht de Zoon. Het wil ook God niet voor Hij God is. Waarom? Omdat Hij daarin nog een naam heeft, en al waren er duizend goden, het brak daar steeds doorheen; het wil God daar waar Hij geen naam heeft, het wil iets edelers, iets beters dan God die een naam heeft. Wat wil het dan? Hel weel hel niet: het wil Hem zoals Hij Vader is. Daarom zegt Philippus: ‘Heer, toon ons de Vader en het is ons genoeg.’ Het intellect wil Hem zoals Hij een merg is waaruit de goedheid ontspringt; het wil Hem zoals Hij een kern is waaruit de goedheid voortvloeit; het wil Hem zoals Hij een wortel is, een ader, waaraan de goedheid ontspringt, en daar alleen is Hij Vader.
Nu zegt onze Heer: ‘Niemand kent de Vader dan de Zoon, noch de Zoon niemand dan de Vader.’ Werkelijk, willen wij de Vader kennen, dan moeten we zoon zijn. Ik heb al eens eerder drie woordjes gesproken, nemen jullie die als drie scherpe muskaatnoten tot je en drink dan daarna. In de eerste plaats: willen we zoon zijn, dan moeten we een vader hebben, want niemand kan zeggen dat hij zoon is, tenzij hij een vader heeft, noch is iemand vader, tenzij hij een zoon heeft. Is je vader dood, dan zeg je ‘hij was mijn vader’. Is je zoon dood, dan zeg je ‘hij was mijn zoon’. Want het leven van de zoon hangt in de vader, en het leven van de vader hangt in de zoon; daarom kan niemand zeggen ‘ik ben zoon’, tenzij hij een vader heeft. Maar die mens is waarlijk zoon, die alles wat hij doet uit liefde doet.
Het tweede wat de mens het meest tot zoon maakt, dat is gelijkmoedigheid. Dat betekent dat als hij ziek is, hij even graag ziek is als gezond, even graag gezond als ziek. Sterft zijn vriend- in Gods naam! Wordt hem een oog uitgeslagen- in Gods naam!-Het derde wat bepalend is voor de zoon is, dat hij zijn hoofd nooit op iets
anders kan vlijen dan op de Vader. Ach, hoe edel is die kracht die daar boven de tijd staat en die daar staat zonder stee! Want doordat zij boven de tijd staat, houdt zij alle tijd in zich besloten en is zij alle tijd; en hoe weinig iemand ook zou bezitten van datgene wat daar boven de tijd staat, hij zou heel snel rijk geworden zijn; want wat aan de overzijde van de zee ligt, dat is voor die kracht niet verder weg dan wat op dit moment aanwezig is. En daarom zegt Hij: ‘Zulke mensen zoeken de Vader.’ Kijk, zo liefkoost God ons, zo smeekt God ons, en God kan niet afwachten tot de ziel zich van de geschapen wereld afschilt en zich daarvan terugtrekt.
En het is een zekere waarheid en een noodzakelijke waarheid dat God zo’n behoefte heeft om ons te zoeken, dat het lijkt alsof Zijn hele godheid daarvan afhangt, wat ook het geval is. En God kan ons evenmin missen als wij Hem, want zelfs als wij ons van God zouden kunnen afwenden, zou God zich toch nooit van ons kunnen afwenden. Ik zeg dat ik God niet wil bidden dat Hij me geeft; ik wil Hem ook niet loven om wat Hij gegeven heeft; maar ik wil Hem bidden dat Hij me waardig maakt om te ontvangen, en wil Hem loven om Zijn natuur en Zijn wezen die Hem dwingen om te geven. Wie Hem dat zou willen ontnemen, die zou Hem van Zijn eigen wezen en Zijn eigen leven beroven. Dat wij op die manier in waarheid zoon worden, daartoe helpe ons de waarheid waarover ik gesproken heb. Amen.
If you want to buy one of this paintings, please visit: http://www.saatchiart.com/canandanann
If you don’t find a piece, please contact me. Not all my work is found on Saatchi (I posted only a small collection). Collectioners in Holland, Belgium or Germany can contact me directly.
A collection of my paintings you find also on my website: http://johnhacking.weebly.com
More information about my work and my paintings, and my vison on art, you can find on: www.canandanann.nl