
De stenen muur
is de muur van de waarheid
het moment tussen leven en
naderende dood. Het afscheid
nadert, er is geen terug.
Onverbiddelijk wacht het oordeel
dat is geveld om uitgevoerd te worden.
Christus op het stenen muurtje
met kroon, mantel, tak
een dode koning – alvast –
Het stenen muurtje
is het huis dat niet af is,
de scheiding tussen, de
koning die nooit koning worden zal
pas aan het einde zijn naambordje
als alle leven al bijna uit hem
weg is gevloeid – als de pijn hem
heeft verteerd en het leven zo goed
als voorbij is.
Het stenen muurtje is geen zetel,
geen stoel, geen rustmoment
maar tussenmoment.
Geen heterotopie/heterotopos
ook geen utopos of dystopos / autotopos
maar het is een tussenplek

inter stitium
tussenruimte
intertopos
interloco medius locos
tussenplaats
Ruimte = spatium
of is deze tussen de tijd plaats – tussen de
gebeurtenissen toch ook een echte
auto-topos/zelfplaats?
omdat alles wat was, is, komt, er even niet
toe doet net zoals het lichaam geen
echt weet heeft van de tijd / of de ruimte,
de context, de historie, traditie etc. en de
hoop en verlangens?

Is dit moment op het stenen muurtje
bij uitstek het moment van de autotopos
waar het zelf woont in het lichaam
compleet samenvalt met dit lichaam?
Geen reflectie over, geen afstand, geen
ratio of emotie waardoor afstand ontstaat
tussen het zelf + het lichaam!?
Er zijn meer van die situaties te
bedenken. Waar het verhaal ontbreekt
de doorgaande lijn, de vertelling
blik op het einde, op het begin…
Het is niet een gemoedstoestand
niet een voldongen feit, er zit
niets van een conclusie in, of een
afgerond gebeuren of geheel!
Als het ware even buiten de tijd,
de lijn der gebeurtenissen getild,
geplaatst – even uit de tijd /
de tijd ruimtelijke gang van zaken.
Dus ook geen ademmoment
geen op adem komen, geen rust
maar de koning op zijn huis
daar zit hij dan – en ieder kan
zijn koningschap aanschouwen.
Dat wat als cynisme + cynische grap
is bedoeld om spot op te wekken
wordt de realiteit, is de realiteit van
Gods Koningschap!
Dat staat haaks op elke menselijke verwachting
net zoals de dood aan het kruis
vervloekt aan de paal.

Paulus kan de vloek van de wet, hij die
hangt aan de paal, alleen maar
ervaren als bekering omdat hij de
wet letterlijk neemt + uitvoert –
als deze letterlijke tekst nu door
God wordt ontkracht door de opwekking
van Jezus uit de dood dan is dat in
de ogen van Paulus meer dan een revolutie.
Als de wet letterlijk moet worden genomen is
deze opstanding het einde van de wet. Niet
de wet zelf maar wel de pretentie + de
zekerheid die eraan vast werd gemaakt
Jezus op het stenen muurtje = het koningschap
van God.Niets schepper, verlosser meer, maar
getekende machtloze koning op de koude steen
Geen legers, voertuigen, macht etc. gezag maar
een kroon van doornen, een purperen soldaten mantel
en een twijg / welke twijg? Olijf?
Hier is het zitten geen heersen maar wachtend
het is een status quo, een moment in
ziczelf – zelfmoment – net zo afwezig
als God afwezig is en aanwezig…
Dat is de expliciete booschap die
geen nadruk legt maar impliciet is.
JH (enkele aantekeningen)
12 september 2016