Rabbi Nachman zei dat hij zelfs zijn dagelijkse religieuze plichten vaak als een zware last ervoer. Maar de rabbijn vond een manier om de last van zijn devoties te dragen. Hij zei elke ochtend tegen zichzelf: “Ik kijk niet uit naar morgen en de komende dagen – er is alleen vandaag!”
De rabbijn wist dat het funest is voor het volgen van het spirituele pad dat we het gevoel hebben dat we teveel de plicht voelen om te presteren. In plaats daarvan, adviseerde hij, zouden we ons uitsluitend moeten richten op de aanstaande taak. Op deze manier kunnen we zelfs de meest angstaanjagende obstakels overwinnen.
Geestelijk ontwaken begint met inspiratie die van buiten komt.
Als je eenmaal op weg bent, begint pas het echte werk.
Laat niet los en geleidelijk zal inspiratie komen van binnenuit.
(LH 3, 152c)
In de eerste stadia van je spirituele pad kan het lijken alsof de hemel je verwerpt en al je inspanningen veracht. Blijf op koers. Geef niet op.
Na verloop van tijd zullen alle obstakels wijken.
(LM II, 48)
Spirituele groei kan voelen als een rit in de achtbaan. Troost jezelf met deze zekerheid:
De weg naar beneden is slechts de voorbereiding voor de weg naar boven.
(LM I, 22)
Haast je langzaam: spirituele groei moet langzaam gaan en stabiel zijn.
Te vaak willen we onszelf en onze relaties zo snel verbeteren dat we onszelf ongelukkig maken en in verwarring brengen.
(RNW 27)
Sta er nooit op dat alles volgens jouw wensen moet gaan, zelfs niet in spirituele aangelegenheden.
(Tz 433)
Geloof erin dat de moeite die je doet om dichter bij God te komen, nooit verloren is – zelfs als je niet krijgt waar je naar op zoek bent.
(RNW 12)
Wees koppig en heel vasthoudend als je dichter bij God wilt komen.
Hoe kun je anders alle moeilijkheden overwinnen die je zeker op je weg zult tegenkomen?
(LM I, 22)
Laat je niet ontmoedigen door de obstakels die je tegenkomt op je spirituele pad. Ze zijn met opzet aanwezig om je verlangen naar het doel waarnaar je streeft te vergroten. Want hoe hoger je doel, hoe groter het verlangen om het te bereiken.
(LM I, 66)
Onthoud altijd: er is nooit een obstakel dat je níet kunt overwinnen.
(LM II, 46)
Soms lijkt een bepaalde toewijding ideaal om dichter bij God te komen. Later lijkt
een andere nog beter. Waarom laat je je misleiden?
Alles wat je doet is goed, zolang je niets verkeerd doet.
(RNW 269)
Werk aan goed doen, en het slechte zal vanzelf verdwijnen.
(RNW 12)
Het meest directe middel waarmee we vanuit deze materiële wereld verbinding kunnen maken met God is muziek en zang.
Zelfs als je niet goed kunt zingen, zing dan. Zing voor jezelf. Zing in de afzondering van je huis. Maar zing.
(RNW 273)
Mis geen gelegenheid om het Woord van God te bestuderen.
Het kalmeert de geest en kalmeert het hart.
(Ad. p. 269)
Gods Woord is de bron van al het ware leven. Leer en begrijp het.
Het Woord kan je ziel helen en verbinden met zijn bron.
(LM I, 74)
Heilig je mond door gebed en studie; je neus door de lange adem van het
geduld; je oren door naar de woorden van de wijzen te luisteren en je ogen te sluiten voor het kwaad.
(LM I, 21)
Het is niet genoeg om God alleen met het verstand te kennen.
Maak die kennis vast aan je hart, opdat eerbied voor de grootheid van de Heilige
tot ware toewijding leidt.
(Ad. pag. 60)
Vul je hart met verlangen en smachten naar God. Verlang om de Heilige op de juiste manier te dienen. Omdat in werkelijkheid, gezien de grootheid van God, geen menselijke dienst ooit passend is. Doe gewoon je best.
(Tz 554, RNW 51)
Streef ernaar om je verlangen naar God te vergroten. Natuurlijk is dit alleen niet genoeg; het moet ook in daden worden omgezet.
Maar zelfs als je het niet waard bent om je spirituele doelen te halen, is je verlangen heel kostbaar en verdient het een beloning.
(RNW 260)
Geef nooit toe aan gevoelens van eenzaamheid. Waar je ook bent, God is dicht bij je. Denk eraan: het gevoel van de afstand tot God is subjectief, niet objectief; het is gewoon je gevoel, niet de realiteit.
(RNW 52)
Het licht van het oneindige is zonder vorm en neemt – ten goede of ten kwade –
alleen de vorm aan van degene die het ontvangt. Daarom ligt het aan ons.
We moeten onze best doen om Gods licht als een zegen vorm te geven, niet als een vloek.
(LM I, 3)
Wees voorzichtig, er zit veel kracht in blik. Als hij vergezelt gaat met slechte gedachten, kan hij schade aanrichten. Dit wordt gewoonlijk het boze oog genoemd.
(RNW 27)
Heb de goede blik. Zie altijd het goede in anderen. Spirituele aandacht is ervan afhankelijk. Geestelijke aandacht gaat verloren wanneer mensen in hun hart jaloers zijn en het boze oog ontwikkelen.
(LM I, 54)
Zoek het heilige in het alledaagse. Vind het opmerkelijke in het gewone.
Is het Lied der Liederen niet zowel een liefdeslied en het heiligste van alle heilige leringen?
(LM I, 243)
Geef in je spirituele zoektocht alle wereldse zorgen op, en je zult een fanaticus worden genoemd. Maar beschouw de overgave aan God niet als fanatisme. In feit is het zo, degenen die zich helemaal committeren aan wereldse genoegens zijn de ware fanatici. Wat de wereld als fanatisme beschouwt is onnodig. Je kunt dichter bij God komen zonder alles op te geven.
(RNW 51)
Dorsten naar God, dat is onze taak in deze wereld.
Deze dorst lessen, dat zal onze beloning zijn in de Komende Wereld.
(RNW 259)
Bron: Rabbi Nachman, Der Leere Stuhl, 2013 (Crotona Verlag Gmbh & Co. KG)
Bronnen:
Ad. Advice, The Breslov Research Institute 1983.
AB Awaneha Barsel, Chasidei Breslov (die Jeschiwa – die jüdische Hochschule – der Bratzlawer Chassidim in Jerusalem) 1935
ABB The Aleph-Bet-Book, Breslov Research Institute 1986
LH Likutey Halakhot, Band 1-8, Chasidei Breslov
LM Likutey Moharan Band I und II, Chasidei Breslov
NT N’tiv Tzaddik, Chasidei Breslov
Tz. Tzaddik. A Portrait of Rabbi Nachman, Breslov Research Institute 1987
RNW Rabbi Nachman’s Wisdom, Breslov Research Institute 1973
My paintings on:
On Saatchi
On Weebly
On Behance
Texts about my art: Blog