SNEEUW
Ergens zei iemand het sneeuwt
al en de dag is in een doodshemd
voorbijgelopen zonder op
of om te zien het laatste schip
met overwonnen dromen is zojuist
zonder bestemming vertrokken om
in een land zonder achterland
aan een zee zonder horizon
tegen de kademuren van een
gevreesd maar nog onuitgesproken
onbegrip roestend voor anker te gaan
het is te laat om nog iets te beginnen
door alle kieren wringt een grijze
compacte mist naar binnen ergens
zei iemand het sneeuwt al.
II
De morgen in witte gesteven
kleren een oosterse begrafenis
de partituur van de hemel is
maat voor maat in mineur geschreven
stoelen worden fossielen
de mensen zijn uitgestorven
de warenhuizen zomerlicht
staan uitverkocht of leeggestolen
de uren slaan in onverholen
doodsangst open en dicht.
Ellen Warmond
Bijna alles, bijna niets
Er is veel verloren bijna alles
er is weinig gewonnen bijna niets
behalve het wennen aan de wanhoop
behalve het weten dat het doorgaat
behalve de onrust die ons voortjaagt
en de verzoening
met het spiegelbeeld.
E. Warmond
Ochtend
Ochtend van staalwol
klokken
kijken gestorven
de dag is blind omdat
de nacht helderziende was
het licht smaakt ouderwets
op een verdorven
romantische manier naar as.
Ellen Warmond
LIEFDE
Wat is liefde anders dan
elkaar verlaten
in een sprakeloze taal?
Woordenloos zeggen: luister
waterval van gefluister
hoor mij ik hoor je uit
en het ademloos antwoord:
je huid
juichend
zonder geluid.
Ellen Warmond
Warmte, een woonplaats
Liefde en het besef
van liefde daartussen bouwen
mensen een warmende woonplaats
en sprekende zeggen ze: liefste
open je ogen nu langzaam en eet
ik heb het licht voor je aangesneden
of: open je ogen niet drink nu het donker
ik heb de nacht voor je omgekocht
waar liefde en het besef
van liefde daaraan ontsteken
ogen en stemmen hun licht
daarin ontbloeien de lippen
daaruit ontstaat het gedicht
Ellen Warmond
Changement de decor
Zodra de dag als een dreigbrief
In mijn kamer wordt geschoven,
Worden de rode zegels van de droom
Door snelle messen zonlicht losgebroken.
Huizen slaan traag hun bittere ogen op
En sterren vallen doodsbleek uit hun banen.
Terwijl de zwijgende schildwachten,
Nachtdroom en dagdroom, haastig
Elkaar hun plaatsen afstaan,
Legt het vuurpeloton van de twaalf
Nieuwe uren bedaard op mij aan.
Ellen Warmond (1930)