De laatste dagen en de laatste vragen
van het geleden jaar staan voor de deur,
de bomen kouder en de dromen ouder
maar de verwachting nog vol gloed en kleur
want wij geloven:
het licht van boven is niet te doven
stelt niet teleur voor alle vragen van alle dagen
achter de einder achter de deur.
Anton van Wilderode (1918-1998)
uit: Op hoop van vrede (Altiora 1988)
DE STEM DER HERINNERING
Voor O.A.Glebova-Soedejkina
Waarnaar zit je zo te staren op de muur,
Bij de laatste stralen van het hemelvuur?
Naar een meeuw op ’t blauwe waterkleed misschien
Of zou jij de Florentijnse tuinen zien?
Of het park van Tsarskoje Sela, dat oord
Waar jouw levensweg door onrust werd verstoord?
Of zie jij daar bij je knieën soms de man
Die de witte dood koos, aan jouw ban ontkwam?
Nee, mijn ogen zijn slechts op de muur gericht –
Naar de weerschijn van het dovend hemellicht.
18 juni 1913 Slepnjovo
Voor N.V.N.
Het innig samenzijn van mensen kent een lijn
Die hartstocht noch verliefdheid ooit kan overschrijden, –
Zelfs niet als lippen angstig stil versmolten zijn
En liefde ’t hart uiteenrijt en doet lijden.
En vriendschap heeft geen macht hier, noch de tijd
Van ’t vurige geluk, van groots beminnen,
Wanneer de ziel nog vrij is en niet ingewijd
In de vervoerde loomheid van de zinnen.
Wie streeft naar deze lijn heeft geen verstand,
Wie hem bereikt gaat aan verdriet ten onder…
Dus als mijn hart niet klopt onder jouw hand
Is dat, zoals je nu begrijpt, geen wonder.
Mei 1915, Petersburg
’t Betraande najaar lijkt een weduwvrouw
Die, in het zwart gekleed, het hart doet schromen.
De woorden van haar man gedenkend, diep in rouw,
Laat zij haar tranen almaar stromen.
Zo gaat het tot de stilste sneeuw zich vlijt
Over die treurende, vol medeleven …
Vergetelheid van pijn en zaligheid –
Daarvoor je leven zelfs te geven.
15 september 1921, Tsarskojee Selo
Wanneer een mens gaat sterven
Veranderen zijn portretten.
De ogen zijn anders, de lippen
Glimlachen op andere wijze.
Ik merkte dat bij mijn terugkeer
Van de begrafenis van een dichter.
En ik ben er sindsdien op gaan letten,
En mijn vermoeden werd bevestigd.
21 mei 1940
Anna Achmatova- Werken (Amsterdam 2007)
Vertaling uit het Russisch door M. Berg en M. Wiebes