Geestelijk dagboek – februari – Thomas Merton

Thomas Merton, Wegen naar het paradijs. Een dagboek van wijsheid en geloof, 2001 (Lannoo/Ten Have)

 

1 februari

DE LECTOR

Heer als de klok luidt met luid

metaal de tijd verkondigt .

En ik, met mijn kap op, aan deze lezenaar zit

 

en wacht tot de monniken komen,

zie ik rode kazen en met melk glimlachende

kommen geschikt op hun tafels.

 

Licht vult mijn eigen ogen

(Ik heb mij licht om te lezen verschaft

met een kleine, rinkelende ketting)

 

En de monniken naderen in de kloostergang,

hun koorkappen welsprekend als water,

Ik zie ze niet maar hoor hun golven.

 

Het is winter, en mijn handen bereiden zich voor

Om de bladzijden van de heiligen om te slaan;

En tot de bomen die Uw maan op de ramen heeft gevroren

Zal mijn tong Uw Woord zingen.

 

Op de drempel houden de monniken halt

(Ik hier aan de lezenaar

En u daar aan Uw kruis) .

En verzamelen kleine parels water op hun vingertoppen

kleiner dan deze – mijn – psalm.

 

2 februari (Lichtmis)

Ik zie steeds meer in dat ik nu niets anders moet verlangen dan ‘als een uitgegoten plengoffer te zijn’ om mijn bestaan te geven en mij onbezorgd gewonnen te geven. De koude bossen en ook de eenzaamheid maken dit realistischer. ..

Gisteravond, in de grote kou bij zonsondergang, trof ik twee vogeltjes aan die nog aan het pikken waren van de broodkruimels die ik gestrooid had voor de bevroren drempel. Overal elders was sneeuw.

Vanmorgen waren alle sporen bedekt met sneeuw, die de wind op het pad had geblazen. Alleen de sporen van de kat, die jaagt rond de oude schapenstal, waren er nog.

Eenzaamheid: beseffen dat je een mens bent in deze sneeuw, waar nog niemand op liep, behalve de kat.

3 februari

RECHT OP EENZAAMHEID EN STILTE

Als mensen slechts meelopen in de massa van onpersoonlijke wezens die zich, door automatische krachten, van hot naar her laten sturen, verliezen ze hun ware menselijkheid, hun integriteit, hun vermogen om lief te hebben, hun bekwaamheid tot zelfbeschikking. Als een maatschappij bestaat uit mensen die geen innerlijke eenzaamheid kennen, kan zij niet langer door de liefde worden samengehouden en wordt zij bijgevolg samengehouden door een gewelddadig en corrupt gezag. Maar als mensen met geweld beroofd worden van de eenzaamheid en de vrijheid waarop zij recht hebben, wordt de maatschappij waarin ze leven verrot, ze wordt een voedingsbodem voor slaafsheid, wrok en haat.

Geen enkele technologische vooruitgang zal de haat genezen die als een geestelijke kanker de vitaliteit van de materialistische samenleving opvreet. De enige remedie is geestelijk en moet altijd geestelijk zijn. Het heeft niet veel zin de mensen over God en liefde te vertellen als ze niet in staat zijn te luisteren.’ De oren waarmee men de boodschap van het evangelie beluistert, zijn verborgen in het hart van de mens, en deze oren horen niets tenzij ze kunnen genieten van innerlijke eenzaamheid en stilte.

4 februari

HET LEVEN IS STEEDS NIEUW

Leven als een rationeel dier betekent geenszins denken als een mens en leven als een dier. We moeten tegelijk denken en leven als mensen. Het is een illusie om te leven alsof de twee abstracte bestanddelen van ons wezen (verstandelijkheid en dierlijkheid) zouden bestaan als twee verschillende en van elkaar gescheiden concrete realiteiten. Wij zijn één lichaam en ziel, en als wij niet als een eenheid leven moeten we sterven.

Leven is niet alleen maar denken. Het denken wordt gevormd en geleid door de objectieve realiteit buiten ons. Leven is de voortdurende aanpassing van het denken aan het leven “en van het leven aan het denken op een zodanige wijze dat we steeds groeien, steeds het nieuwe in het oude en het oude in het nieuwe ervaren. Zo is het leven steeds nieuw.

5 februari

VERLANGEN NAAR DEUGDZAAMHEID

Iedereen draagt het instinctieve verlangen in zich om het goede te doen en het kwade te mijden. Maar dit verlangen is steriel zo lang we niet hebben ervaren wat het betekent om goed te zijn.

(Het verlangen naar deugdzaamheid wordt bij veel mensen van goede wil gefrustreerd door de afkeer die ze instinctief voelen voor de valse deugden van diegenen die verondersteld worden heilig te zijn. Zondaars hebben een scherp oog voor valse deugden en een zeer veeleisend idee van wat deugdzaamheid in een goed mens zou moeten zijn. Als ze in de mensen die verondersteld worden goed te zijn alleen een ‘deugdzaamheid’ zien die klaarblijkelijk minder vitaal en minder interessant is dan hun eigen ondeugden, zullen ze daaruit concluderen dat deugdzaamheid geen zin heeft en zullen ze vast blijven houden aan datgene wat ze reeds hebben, hoewel ze het haten.)

Maar wat als we niet deugdzaam zijn? Hoe kunnen we de deugd dan ervaren? Gods genade door Christus verwekt in ons een verlangen naar deugdzaamheid dat een anticiperende ervaring is van de deugd. Hij maakt het ons mogelijk van de deugd te houden, voordat we die ten volle bezitten.

 

6 februari

DE KIEMKRACHT VAN DE GENADE

Zoals de bladeren en de takken van een eik verborgen zijn in de kern van een eikel, zo bevat de genade, die liefde is, alle deugden in zich op een verborgen en potentiële manier. De eikel draagt het verlangen in zich een eik te worden. De genade draagt de kiemen van alle christelijke deugden in zich. De genade zet ons ertoe aan deze verborgen krachten tot leven te brengen en ons te realiseren wat ze betekenen: Christus die in ons handelt.

 

7 februari

GEBED EN MOED

Zonder moed kunnen we nooit tot ware eenvoud komen. Lafheid maakt onze geest ‘besluiteloos’, aarzelend tussen de wereld en God. In deze twijfel is geen echt geloof, het geloof blijft een opinie. We zijn nooit zeker omdat we onszelf nooit helemaal overgeven aan het gezag van een onzichtbare God. Deze twijfel is de dood van de hoop. We zullen nooit de zichtbare steun loslaten die, zoals we maar al te goed weten, ons zeker eens zal ontbreken. Die twijfel maakt ook oprecht gebed onmogelijk- het durft nooit echt iets te vragen en als het al iets vraagt, is het zo onzeker of het verhoord zal worden, dat het terwijl het nog vraagt uit menselijke voorzichtigheid al heimelijk een vervangend antwoord bedenkt (cf. Jak. 1:5-8).

Wat heeft het voor zin te bidden wanneer we op het ogenblik van ons gebed zo weinig vertrouwen in God hebben, dat we al druk bezig zijn voor onszelf ons eigen antwoord op ons gebed te geven?

 

8 februari

GOD HEMINT ONZE ARMOEDE

We moeten onze eigen armoede beminnen zoals Jezus die bemint. Die is zo kostbaar voor Hem dat Hij aan het kruis gestorven is om onze armoede aan de Vader aan te bieden en om ons de rijkdom van zijn eindeloze barmhartigheid te schenken.

We moeten de armoede van anderen beminnen zoals Jezus die bemint. We moeten hen zien met de ogen van Zijn eigen mededogen. Maar we kunnen geen echt medelijden hebben met de anderen, tenzij we medelijden willen aanvaarden en vergiffenis willen ontvangen voor onze eigen zonden. We weten niet echt hoe we moeten vergeven tenzij we weten wat het is om vergiffenis te ontvangen. Daarom zouden we verheugd moeten zijn dat onze broers ons vergiffenis kunnen schenken. Het is dit wederzijdse vergeven dat de liefde van Jezus zichtbaar maakt in ons leven. Want door elkaar vergiffenis te schenken, doen we aan elkaar wat Hij aan ons heeft gedaan.

 

9 februari

EEN SCHEPPING VOL BELOFTE

We genieten van de geschapen dingen in hoop. We genieten er niet van zoals ze zijn in zichzelf, maar zoals ze zijn in Christus: vol belofte. Want de goedheid van alle dingen getuigt van de goedheid van God en Zijn goedheid waarborgt dat Hij trouw blijft aan zijn beloften. Hij heeft ons een hele nieuwe hemel en nieuwe aarde beloofd, een verrezen leven in Christus. Elke vorm van zelfverloochening die niet volledig gegrond is in Zijn belofte, is niet echt christelijk.

10 februari

HET SPIRITUELE LEVEN IS ALLEREERST LEVEN

Het spirituele leven is allereerst leven.

Het is niet alleen iets wat je moet kennen en bestuderen. Je moet het leven. Zoals alle leven wordt het ziek en sterft het als het aan zijn eigen element wordt ontworteld. De genade is geënt op onze natuur en de hele mens wordt geheiligd door de aanwezigheid en de werking van de Heilige Geest. Daarom is het spirituele leven ook niet een leven dat totaal uit het menselijk bestaan wordt weggerukt en overgeplant in het rijk der engelen. We leven als geestelijke mensen als we leven als mensen die God zoeken. Als we spirituele mensen willen worden, moeten we mens blijven….Jezus leefde  het gewone leven van de mensen van Zijn tijd om het gewonen leven van alle mensen en alle tijden te heiligen. Als we geestelijke mensen willen zijn, laat ons dan allereerst ons leven léven. We moeten de verantwoordelijkheden en de onvermijdelijke verstrooidheden van het werk waarvoor Gods wil ons heeft bestemd niet vrezen. Laat ons de werkelijkheid omhelzen en onszelf ondergedompeld weten in de leen gevende wil en wijsheid van God, die ons overal omringt.

11 februari

WAKKER BLIJVEN

Om ons geestelijk in leven te houden moeten we ons geloof voortdurend hernieuwen. Zoals stuurlui van door de mist opgehouden stoomschepen turen we in de duisternis voor ons, luisterend naar het geluid van andere schepen, en kunnen we alleen dan de haven binnenvaren als we alert blijven. Het geestelijk leven is dus vooral een zaak van wakker blijven. We mogen onze gevoeligheid voor de geestelijke inspiratie niet verliezen. We moeten altijd klaarstaan om te reageren op de kleinste waarschuwing, die ons, als door een verborgen instinct, toespreekt in het diepste van onze ziel die geestelijk leeft.

 

12 februari

GEBED IS BEKERING

In het meditatieve gebed denkt en spreekt men niet alleen met zijn geest en zijn lippen, maar in zekere zin met zijn hele bestaan. Gebed is dan niet slechts een formule van woorden of een reeks van verlangens die opwellen uit ons hart- het is de oriëntatie van ons gehele lichaam, van onze geest en ons hart op God in stilte, aandacht en aanbidding. Elk goed meditatief gebed is een bekering van ons hele zelf naar God.

In deze zin is het onmogelijk tot echte meditatie te komen zonder een soort innerlijke omwenteling. Met omwenteling bedoel ik niet een verstoren, maar wel een doorbreken van de gewoonten, een vrij worden van het hart van de zorgen en bekommernissen van de dagelijkse bezigheden.

Elk echt innerlijk gebed, hoe eenvoudig ook, vereist de bekering van ons hele zelf tot God, en pas als die bekering bereikt is -hetzij actief, door onze eigen inspanning, hetzij passief, door de werking van de Heilige Geest- zullen we de ‘contemplatie’ bereiken.

 

13 februari

MEDITEREN IS NOOIT TEVERGEEFS

Soms is meditatie slechts een onsuccesvolle strijd om onszelf naar God te keren, in geloof Zijn aanschijn te zoeken. Een aantal dingen, waarop we geen vat hebben, kunnen het ons moreel onmogelijk maken effectief te mediteren. In dat geval volstaan geloof en goede wil. Als men een oprechte en eerlijke inspanning geleverd heeft om zich tot God te keren en toch met in staat schijnt zich te concentreren, zal die poging als meditatie kunnen doorgaan. Dit betekent dat God, in Zijn genade, onze mislukte poging zal aanvaarden in de plaats van een echte vooruitgang in het innerlijke leven, want het maakt ons vollediger en vredevoller afhankelijk van Gods genade.

 

14 februari

ARMOEDE IS DE DEUR NAAR DE VRIJHEID

We ruineren ons gebedsleven als we ons gebed voortdurend onderzoeken en als we de vrucht van het gebed zoeken in een vrede die niets anders is dan een psychologisch proces. Het enige wat we in het contemplatieve gebed moeten zoeken is God; en we zullen Hem pas met succes zoeken als we ons’ realiseren dat we Hem niet kunnen vinden tenzij Hij  Zichzelf aan ons toont, maar eveneens dat Hij ons niet zou hebben geïnspireerd om Hem te zoeken, als we Hem al niet reeds hadden gevonden.

Hoe tevredener we zijn met onze armoede, hoe dichter we bij God zijn, want clan aanvaarden we onze armoede in vrede en verwachten we niets van onszelf, maar alles van God. Armoede is de deur naar de vrijheid, niet omelat we gevangen blijven in de angst en de beperktheid die de armoede meebrengt, maar omdat we, als we niets in onszelf vinden dat een bron van hoop is, ook weten dat er niets in onszelf is dat het verdedigen waard is. Er is niets bijzonders in onszelf om lief te hebben. Daarom stappen we uit onszelf en rusten in Hem in Wie alleen onze hoop is.

 

15 februari

EEN DWAAS VOOR CHRISTUS

Bid voor mij, Catherine, want mijn leven is slechts zonde en strijd. Nadat ik de wereld zo brutaal gemeld had dat ik op weg was om een heilige te worden, vind ik nu dat ik er een behoorlijke puinhoop van gemaakt heb. Het is echt grappig en ik ben helemaal niet verbaasd of ontredderd vast te stellen dat ik een vervloekte dwaas ben geweest: misschien heb ik wel roeping voor die aparte, Russische vorm van heiligheid- yurodivetsvo -een dwaas voor Christus te zijn en daar werkelijk vreugde in te scheppen, op een stille en onopvallende manier, omdat Hij er, op de een of andere manier, ook vreugde in schept. ..

Maar het is zeker een wondere ervaring opeens te ontwaken in de eenzaamheid van de bossen en naar de hemel omhoog te kijken en in te zien dat alles volslagen onzin is, zelfs al dat plechtige gedoe over het spirituele leven waarover die vakidioten het altijd hebben; en dan eenvoudig in lachen uit te barsten, en te lachen met de lucht en de bomen omdat God niet in woorden is, en niet in systemen, en niet in liturgische bewegingen, en niet in de ‘contemplatie’ met een grote C, of in het ascetisme, zelfs niet in het apostolaat. Zeker niet in boeken. Ik kan desondanks blijven doorgaan met ze te schrijven maar je kunt van al die boeken even goed papieren vliegtuigjes vouwen. (fragment uit een brief aan Catherine de Hueck Doherty)

Catherine de Hueck Doherty werd in 1900 geboren in een Russische familie. Op haar twintigste zag ze zich genoodzaakt met haar man te vluchten naar de VS. In 1930 besloot ze te gaan leven in de sloppenwiiken van Toronto, later verhuisde ze naar Harlem in New York. Daar ontmoette de ionge Merton haar, toen hij als vrijwilliger in haar ‘Friendship House’ kwam werken. Na zijn intrede in Gethsemani bleef hij met haar corresponderen.

 

16 februari

VERLANGEN TE LEVEN ZONDER VERLANGENS

Als je een geestelijk leven wilt leiden moet je je leven tot eenheid brengen. Een leven is ofwel helemaal geestelijk ofwel in het geheel niet geestelijk. Geen mens kan twee heren dienen. Je leven wordt gevormd door het doel waarvoor je leeft . Je wordt gemaakt naar het beeld van je verIangens.

Om je Ieven tot eenheid te brengen moet je je verlangens tot eenheid brengen. Om je leven te vergeestelijken, moet je je verlangens vergeestelijken. Om je verlangens te vergeestelijken, moet je verlangen te leven zonder verlangens.

17 februari

DE ARMSTE MENS

D e armste man in een religieuze gemeenschap is niet noodzakelijk degene die het minst dingen toegewezen kreeg. Armoede is niet uitsluitend een zaak van ‘dingen’ niet bezitten .( … )

De armste man in de gemeenschap is vaak degene die ter beschikking van iedereen staat. Hij kan door iedereen gebruikt worden en neemt nooit de tijd om iets speciaals voor zichzelf te doen.

 

18 februari

DE WARE ARMOEDE

Wie van ons, o Heer, kan zonder schaamte over armoede spreken? Wij die de gelofte van armoede beleven in het klooster, zijn wij echt arm? Weten wij wat het betekent de armoede te beminnen? Hebben wij er ooit al eens een ogenblik bij stilgestaan om na te denken waarom de armoede bemind moet worden?

Toch kwam U in de wereld om arm te zijn met de armen, het is immers gemakkelijker voor een kameel om door het oog van de naald te gaan dan voor een rijke om in het koninkrijk Gods te komen. En wij met onze gelofte zijn al tevreden met het feit dat we juridisch niets bezitten en dat we voor alles wat we bezitten iemand toestemming moeten vragen.

Is dat armoede? Kan iemand die zijn werk verloren heeft en die geen geld meer heeft om de rekeningen te betalen en die zijn vrouw en kinderen ziet wegkwijnen en die vrees en woede voelt knagen aan zijn hart- kan hij de dingen krijgen die hij dringend nodig heeft door er gewoon om te vragen? Laat het hem maar eens proberen! En toch, wij die veel dingen kunnen bezitten die we niet echt nodig hebben en nog meer dan goed voor ons is,  wij zijn arm omdat we ze bezitten met toestemming.

Armoede betekent gebrek. De gelofte van armoede afleggen en nooit iéts tekortkomen, nooit iets nodig hebben wat je niet kunt krijgen, is trachten te spotten met de levende God.

 

19 februari

DE VREUGDE VAN HET LEZEN

Lezen zou een eerbetoon aan de God van alle waarheid moeten zijn. We openen ons hart voor woorden die de werkelijkheid weerspiegelen die Hij heeft geschapen of de grotere werkelijkheid die Hij is. Het is ook een daad van nederigheid en eerbied tegenover de ander mensen die de instrumenten zijn waarmee God ons Zijn waarheid heeft meegedeeld.

Lezen brengt God meer eer als we er meer weten uit te halen, als het een diepe, vitale daad is, niet alleen van ons verstand maar van heel onze persoonlijkheid, geheel opgenomen en vernieuwd in gedachten, meditatie, gebed, of zelfs in de contemplatie van God.( … )

Hoc belangrijk boeken ook kunnen zijn, hoezeer ze voor ons ook vrienden kunnen zijn, toch vervangen ze de mensen niet. Het zijn slechts middelen om in contact te komen met grote persoonlijkheden, die meer dan hun deel aan menselijkheid kregen, die niet alleen voor zichzelf belangrijk waren, maar voor de hele wereld.

Niet ideeën en woorden zijn voedsel voor de intelligentie, wel de waarheid. En niet een abstracte waarheid die alleen de geest voedt. De waarheid die een geestelijk mens zoekt, is de hele waarheid, de werkelijkheid, existentie en essentie samen, iets wat omhelsd en bemind kan worden en het eerbetoon en de dienst van ons handelen kan ondersteunen. De waarheid is 1neer dan een zaak, het is een Persoon. Het is Hein Wiens essentie het voor alles is te bestaan. God. Christus, het mens geworden Woord, is het Boek van het Leven in wie we God lezen.

 

20 februari

MIJN LEVEN IS LUISTEREN

Zodra Hij mijn naam uitspreekt, is mijn stilte de stilte van het eeuwige leven, en weet ik dat ik besta, omdat mijn hart zich heeft geopend voor mijn Vader in de weerklank van de eeuwige Jaren.

Mijn  leven is luisteren. Zijn leven is spreken. Mijn redding is te horen en te antwoorden. Daarom moet mijn leven stilte zijn. Mijn stilte is dus mijn redding

 

21 februari

LEVEN IN GODS WAARHEID

 

‘Als wij beweren zonder zonde te zijn, bedriegen wij onszelf en woont de waarheid niet in ons. Als wil zeggen dat wij geen zonde bedreven hebben, maken we Hem tot leugenaar, dan woont zijn woord niet in ons (1 John 1,8-10)

Het begin van de wijsheid is dus de belijdenis van de zonden. Deze belijdenis schenkt ons Gods ontferming en doet het licht van Zijn waarheid in ons geweten schijnen. Zonder dit licht kunnen we de zonde niet vermijden. Het brengt de kracht van zijn genade in onze ziel en verbindt het handelen van ons wil met de waarheid in ons verstand.

 

22 februari

DE ONTDEKKING VAN JE EIGEN ONVERVREEMDBARE EENZAAMHEID

Van de eenzaamheid houden en haar zoeken betekent niet dat men voortdurend moet reizen van de ene geografische mogelijkheid naar de andere. Een mens wordt eenzaam op het ogenblik dat hij, hoe zijn omgeving ook moge zijn, zich ineens bewust wordt van zijn eigen onvervreemdbare eenzaamheid en inziet dat hij nooit anders dan eenzaam zal zijn. Vanaf dat moment is de eenzaamheid niet alleen een mogelijkheid, maar bestaat ze echt.

 

23 februari

INNERLIJKE STILTE, EEN AANHOUDEND ROEPEN IN DE NACHT

Het is noodzakelijk dat we Gods stilte niet alleen in onszelf vinden, maar ook in elkaar. Als niemand anders tot ons spreekt met woorden die van God komen en die met de stilte van God in onze ziel communiceren, zullen we geïsoleerd blijven in onze eigen stilte, waaruit God zich dreigt terug te trekken.

Want innerlijke stilte is afhankelijk van een voortdurend zoeken, een aanhoudend roepen in de nacht, een zich steeds opnieuw buigen over de afgrond. Als we ons vastklampen aan een stilte die we voor altijd menen gevonden te hebben, houden we op God te zoeken en sterft de stilte in ons. Een stilte waarin Hij niet langer wordt gezocht, spreekt ons niet meer over Hem. Een stilte waarin Hij niet afwezig lijkt te zijn, is een gevaarlijke bedreiging voor Zijn voortdurende aanwezigheid. Want Hij wordt gevonden als men Hem zoekt en als Hij niet meer wordt gezocht, ontsnapt Hij ons. Hij wordt enkel gehoord als we hopen Hem te horen, en omdat we denken dat onze hoop vervuld is en ophouden te luisteren, spreekt Hij niet meer. Zijn stilte houdt op te leven en wordt een dode stilte, zelfs als we trachten haar weer tot leven te wekken met de echo van ons eigen emotionele lawaai.

 

24 februari

TEVREDEN MET ALLES WAT GOD MIJ SCHENKT

Laat me de gave van stilte en armoede en eenzaamheid zoeken waarin alles wat ik aanraak gebed wordt, waar de lucht mijn gebed is, waar de vogels mijn gebed zijn, waar de wind in de bomen mijn gebed is, want God is alles in allen.

Opdat dit zo zou zijn moet ik echt arm worden. Ik moet niets zoeken maar ik moet het meest tevreden zijn met wat  God mij heeft geschonken. De ware armoede is als een bedelaar die gelukkig is aalmoezen te  ontvangen van gelijk wie, maar nog het meest van God. Valse armoede is de armoede van iemand die doet alsof hij de zelfvoldaanheid van een engel bezit. Ware armoede is veleer ontvangen en danken en alleen datgene behouden wat men echt nodig heeft, niets vraagt; ze streeft ernaar alles te zoeken en weigert dankbaar te zin voor wat dan ook.

 

25 februari

LEVEN IN HEM DIE ONEINDIG IS

Het is een hoger goed en beter gebed te leven in Hem die oneindig is en zich erin te verheugen dat Hij oneindig is, dan steeds te proberen Zijn oneindigheid in de nauwe ruimte van het eigen hart te persen. Zo lang ik tevreden ben te weten dat Hij oneindig groter is dan ik en dat ik Hem slechts kan kennen als Hij  Zichzelf aan mij wil tonen, zal ik vrede hebben en zal Hij bij mij en in mij zijn en zal ik rusten in Hem.

 

26 februari

GEMEENSCHAP EN EENZAAMHEID

Vlucht niet uit de gemeenschap naar de eenzaamheid. Vind God eerst in de gemeenschap, dan zal Hij jou naar de eenzaamheid voeren.

Een mens kan de echte waarde van de stilte niet begrijpen tenzij hij echt respect heeft voor de waarde van de taal: de  realiteit die uitgedrukt kan worden door middel van de taal, wordt immers zonder enig hulpmiddel gevonden in de stilte. Evenmin zouden we die realiteit vinden in zichzelf, met andere woorden in haar eigen stilte, tenzij we daar eerst door de taal toe gebracht werden.

 

27 februari

EEN LEVENDE EN WAAKZAME STILTE

Roeping tot stilte- zich overleveren, zich gewonnen geven, zich toevertrouwen aan de stilte van een weids landschap van bossen en heuvels, van de zee of de woestijn, stil worden terwijl de zon opgaat boven dat land en zijn stilte vult met licht. ’s Morgens bidden en werken, ’s middags zwoegen en rusten en ’s avonds opnieuw stil mediteren, als de nacht valt over dat land en de stilte zich vult met duisternis en sterren. Dit is een ware en bijzondere roeping. Weinigen willen zo volkomen toebehoren aan zo’n stilte, die laten doordringen door merg en been, niets dan stilte ademen, zich voeden met stilte en het diepe wezen van hun leven veranderen in een levende en waakzame stilte.

 

28 februari

MET GOD ALLEEN

Zodra iemand volledig bereid is om alleen te zijn met God, is hij alleen met God, waar hij zich ook moge bevinden, op het platteland, in een klooster, in de bossen of in de stad. De bliksem flitst van het oosten naar het westen, verlicht de hele horizon en slaat in waar hij wil en op het zelfde ogenblik flitst Gods oneindige vrijheid op in de diepten van de ziel van de mens en wordt hij verlicht. Dan ziet hij, ook al lijkt de weg nog lang, dat hij reeds het einde van zijn reis heeft bereikt. Want het leven van de genade hier op aarde is het begin van het leven in heerlijkheid. Alhoewel hij een pelgrim in de tijd is, heeft hij zijn ogen geopend en heeft hij, voor een ogenblik, de eeuwigheid aanschouwd.

 

29 februari

CHRISTELIJKE EENZAAMHEID

Dit is het mysterie van onze roeping: niet dat we zouden ophouden mensen te zijn om engelen van God te worden, maar dat de liefde van mijn mensenhart Gods liefde voor God en voor de mensen kan worden, en dat mijn menselijke tranen uit mijn ogen kunnen opwellen als tranen van God omdat ze ontspringen uit de opwelling van Zijn Geest in het hart van Zijn mens geworden Zoon. De gave van vroomheid groeit in eenzaamheid en wordt door de psalmen gevoed.

Als we dit geleerd hebben, wordt onze liefde voor de anderen zuiver en sterk. We kunnen naar hen toegaan zonder ijdelheid en zonder zelfvoldaanheid en hen beminnen met iets van de zuiverheid en de vriendelijkheid en de verborgenheid van  Gods liefde voor ons. Dit is de ware vrucht en de ware bedoeling van de christelijke eenzaamheid.

Stokhem