DE KABBALA EN HET ONTSTAAN VAN DE KOSMOS

R.E. Friedman: De verdwijning van God. Een godddelijk mysterie. Ten Have Baarn 1996

DE KABBALA EN HET ONTSTAAN VAN DE KOSMOS

 

Kabbala is de naam van een mystieke beweging in het judaïsme, die op zijn minst teruggaat tot de rabbijnse periode en zich met name in  de Middeleeuwen ontwikkel­de. Deze ontwikkeling begon in de twaalfde eeuw en bleef zich in de daaropvolgen­de eeuwen voortzetten. Een christelijke Kabbala ontwikkelde zich ook en was het meest succesvol in het Europa van de zestiende en zeventiende eeuw.

De oorspronkelijke betekenis van ‘kabbala’ is ‘ontvangen’ en men gaat ervan uit dat de term refereert aan een zeer oude, ontvangen overlevering. Het bekendste werk van de Kabbala is de Zohar, waarvan men denkt dat deze tussen 1280 en 1286 door Mozes de Leon is geschreven.

De Zohar en de Kabbala zullen voor de leek net zo onbegrijpelijk zijn als de kosmo­logie. Geschreven in een combinatie van Aramees en Hebreeuws,  zijn er naast de Zohar nog tienduizenden andere kabbalistische teksten die gebruikmaken van een enorm aantal metaforen en uiterst moeilijke concepten behandelen, allemaal vorm gegeven in een model dat een bepaalde graad van ervaring veronderstelt bij degene die de teksten leest en bestudeert.

Er bestaat een vaak geciteerde traditie die zegt dat men eigenlijk minstens veertig jaar oud en getrouwd moet zijn voordat men de Kabbala gaat bestuderen, vermoede­lijk om dusdanig in deze wereld verankerd te zijn dat men zonder gevaar deze weg van studie en handelingen kan nastreven, een weg die gericht is op niets minder dan ‘de menselijke behoefte aan contact met God’.

Een centraal aspect van de Kabbala is de aard van de schepping van het heelal, die in de Kabbala onlosmakelijk is verbonden met de aard van de godheid. Deze on­scheidbaarheid is cruciaal. In dit systeem wordt God niet voorgesteld als iemand die op een tafel voor zich een wereld creëert, zoals een timmerman een stoel maakt.

De schepping is een proces dat plaatsvindt in God. De grondlegger van de weten­schap pelijke bestudering van de Kabbala, Gershom Scholem,  formuleert het als volgt:

Volgens de kabbalist vindt het fundamentele feit van de schepping plaats in God…De schepping van de wereld, dat wil zeggen, de schepping van iets uit niets, is het uiterlijke  aspect van iets wat in God zelf plaatsvindt.

Hoe kan dat zich voltrekken? De doctrine in de Kabbala luidt dat de godheid voor de schepping in een punt was geconcentreerd. Dat punt komt uit het rijk van het onein­dige. In het Hebreeuws heet dat rijk “En Sof“, wat letterlijk vertaald ‘oneindig’, ‘zon­der einde’ betekent.

Dit ‘ene hoge en verborgen punt’ is het begin van alle dingen   teminste van alle dingen die de mens kan kennen. Op een gegeven moment om redenen die niemand kent, knalde dit punt uit elkaar en vormde een groep van tien emanaties (het punt vloeit als het ware over, ‘hypertrofie’, uitvloeiing of onzichtbare uitstraling).

In sommige teksten is ook sprake van een lichtstraal die de ruimte in de “En Sof” binnendringt en vult met de emanaties. De emanaties vanuit dit punt, emanties die de Sefirot worden genoemd, bevatten alle materie waaruit de sterren, planeten, stenen en al het leven in het universum ontstonden. Het heelal breidde zich uit van dat punt en differentieerde zich in al deze dingen. Dit is de essentie van de schep­ping, zoals weergegeven in een kabbalistische tekst:

Door de verschijning van het licht dijde het heelal uit. 

Door zijn schuilhouden ontstond al het afzonderlijke bestaan.

Dit is het mysterie van de scheppingsdaad.

Iemand die begrijpt, zal begrijpen.

 

De laatste regel is een geheugensteuntje dat dit mysteries zijn die slechts een beperkt aantal mensen kan begrijpen. In het beste geval worden zij uitgedrukt in metaforen, waardoor men uiteindelijk bekend hoopt te raken met de werkelijke feiten waar de metaforen voor staan. Het oneindige aspect van de godheid, de “En Sof“, is niet kenbaar; maar de emanaties, de Sefirot, die alles omvatten wat wij kennen, drukken de goddelijke persoonlijkheid uit, het aspect van God dat een mens kan ervaren. In de woorden van G. Scholem:

… de emanatie van de Sefirot wordt beschouwd als een proces dat in God plaats

vindt en dat tegelijkertijd de mens in staat stelt God waar te nemen.

 

De doctrine van de emanaties is niet slechts een van de vele interessante aspecten van deze mystieke leer. Voor de Kabbala en de wetenschap over de Kabbala neemt zij een centrale plaats in. De Sefirot zijn alles in het heelal en een uitdrukking (de enig kenbare uitdrukking) van God. Zij worden ook het ‘innerlijke, intrinsieke of mystieke gezicht van God’ genoemd.

Welnu, ofschoon alles in het heelal, van zand tot de mens, voortkomt uit de emana­ties, blijft iets van God in alle dingen aanwezig. In de teksten is een van de gebruikte metaforen hiervoor een wijnzak.

Schenk alle wijn uit, spoel de zak een aantal keren uit, maar altijd blijft een residu van de wijn achter dat men kan ruiken, hoe vluchtig ook. Zo blijft ‘de geur van God’ achter in alles en iedereen. Wat resten van het goddelijk licht dat uitbarstte op het moment van de uitdijing, blijven bestaan. Er is ‘een residu van de goddelijke mani­festatie in ieder wezen’.

Indien er alleen de explosie vanuit het punt was geweest, met als gevolg de intrede van de godheid in de ruimte, zou het universum nog perfecter zijn geweest dan het is. Er is nog een andere leerstelling in de Kabbala die nogal raadselachtig is. Hierin worden de emanaties beschouwd als vaten die het licht van de goddelijke aanwezig­heid moesten bevatten.

Maar het licht bleek echter te sterk en de zeven laagste emanaties konden het licht niet meer vasthouden en spatten uiteen. Dit was weliswaar een kosmische ramp, maar hierdoor ontstond de ons bekende wereld, een materiële wereld waar ook het kwaad in voorkomt, die werd gevormd uit een aantal van de scherven van de kapotte vaten.

Dit staat bekend als de doctrine van het uit elkaar spatten der vaten. En zo zien wij dat de Kabbala belangrijke doctrines over God en de schepping bevat.

Volgens deze leer begon het universum als een enkel punt; in een enorme flits dijde dat punt uit tot het universum; in dit proces spat de structuur uit elkaar die anders perfect zou zijn geweest, waardoor ongelijkmatigheid en differentiatie van materie ontstond; en een residu van de oorsprong blijft achter, alles doordringend.  pag.240242

In de Kabbala komt een zogenaamde ‘Big Bang’ (het ontstaan van een uitdijende kosmos vanuit een enkel punt) en een ‘Big Crunch’ (de terugkeer naar een enkel punt van een krimpende kosmos) voor; alles is vanuit het ene punt begonnen en het doel is om alles weer naar die staat van goddelijke eenheid terug te brengen.

 

Een belangrijk mechanisme om deze terugkeer te bewerkstelligen, is de mens vanwege zijn gevorderde ontwikkeling van het menselijk bewustzijn, zijn spiritualiteit en vrije wil.

Dit element van de Kabbala kent een heel groot belang toe aan de menselijke rol, die zelfs uitstijgt boven de zienswijzen van wetenschappers met de meest standvas­tige ideeën over het belang van het menselijk bewustzijn. Maar eerst moeten wij het gemeenschappelijk kenmerk opmerken: beide beschouwen het bewustzijn als een fundamenteel aspect van het bestaan. En ten tweede moeten wij constateren: in de Kabbala is voor de bestemming van het universum daadwerkelijk een beslissen­de rol weggelegd voor de mensen vanwege hun hersenen en hun handelingen.

 

‘HET HERSTEL VAN HET UNIVERSUM’

 

Om de centrale functie die de mensen volgens de Kabba spelen te kunnen waarde­ren, moeten wij eerst het kabbalistische idee van het breken van de vaten in herin­nering roepen: de huidige staat van het universum representeert onvolmaaktheid, een beschadiging, verlies van harmonie. De oorspronkelijke volmaaktheid van het bestaan werd verbroken bij de schepping en liet scherven achter die on ons univer­sum en de bestanddelen ervan, waaronder het kwaad, mogelijk maakten.

Maar, omdat mensen een deel van het universum zijn dat bewust is en door dat bewustzijn kunnen handelen, kunnen zij dus door hun gedachten en hun handeling­en deelnemen aan de koers die het universum volgt. In de Kabbala is de taak van de mensen in de wereld de volgende: het universum te herstellen in de originele harmo­nie die verloren raakte bij het breken van de vaten.

In het Hebreeuws wordt dit tikkun genoemd, een term die onder andere kan beteke­nen: herstel, teruggave, hereniging, reparatie.

Vanaf de zestiende eeuw is dit een uitermate belangrijk en invloedrijk idee in de Kabbala. Zowel denkwerk als actie speelt hierbij een rol. Het idee ‘intentie’ is hier direct aan gerelateerd. Lawrence Fine legt met name nadruk op het contemplatieve aspect van tikkun, dat wil zeggen dat het zowel met actie als met bewust denken te maken heeft. Yehuda Liebes merkt op dat niet alleen daden, maar ook kabbalisti­sche verhandelingen over de Tora tikkun oproepen. Scholem tekent het belang van spirituele handelingen aan, met name het gebed. Daden, woorden en gedachten allemaal dragen zij bij tot de volmaaktheid van de wereld en het herstel van kosmi­sche harmonie.

Dit herstel houdt dan ook de bewuste richting van ons gedrag naar een universeel doel in. De mysticus denkt niet alleen aan zichzelf, maar aan het herstel van het universum. Aangezien er in ieder mens een residu van goddelijke manifestatie is, spelen de daden die hij of zij verricht een cruciale rol in de kosmos. Indien het daden zijn die het kwaad uitwissen en aan de reparatie en het herstel bijdragen, brengen zij het universum terug naar zijn eenheid.

Tikkun heeft geen formele parallel in de moderne wetenschap, echter wel een feitelijke. Het concept van de Kabbala is dat de manier waarop de mensen denken en zich gedragen, gevolgen heeft voor de bestemming van de wereld. pag. 264265

In de Kabbala is het idee gevormd dat moraliteit gerelateerd is aan de structuur van het universum zelf. Menselijke daden hebben deel aan het universele proces van de beweging van het oerpunt terug naar die oorspronkelijke eenheid. Tikkun wordt beschouwt als ‘een pad van kosmisch herstel’. pag. 289

 

 

 

 

Begrippen-metaforen:

Kabbala: Joods-mystieke beweging in de Middeleeuwen; ontvangen mystieke leer o.a. over God en de schepping

Zohar: Een van de bekendste boeken van de Kabbala, letterlijk: het boek van de lichtglans of de stralen.

Emanatie vanuit God: (in Hebreeuws azilut) hypertrofie of het overstromen van de goddelijke essentie uit En Sof; energie-licht stroomt vanuit het punt God dat oneindig is en niet te begrijpen valt.

Dit vindt plaats nadat God ruimte gemaakt heeft door zich terug te trekken in een enkel punt (door de mystici wordt dit terugtrekken Zimzum (letterlijk het samentrek­ken van God) genoemd)

En Sof: het oneindige niet te begrijpen aspect van God

Sefirot: (letterlijk: de berekeningen) de 10 eigenschappen van God’s onkenbaar wezen, die wij kunnen begrijpen door hun werking en die door de uitstraling van God een tussenfase vormen tussen de mens en En Sof, het oneindige van God.

In schema:

God (En Sof) – oneindig (middelpunt) straalt energie uit die als het ware overvloeit uit God. Die energie wordt opgevangen en kan zo worden benoemd in Sefirot of eigenschappen van God. Van de kern van God tot aan de schepping worden onder­scheiden: 10 sefirot. Vergelijk bv. de goddelijke eigenschappen uit het boek Psal­men om een idee te krijgen van deze (kenbare/benoembare) eigenschappen van God.

 

De tien Sefirot – de tien eigenschappen van God  zijn:

 

1. Keter (Kroon)

2. Hochma (Wijsheid)

3. Bina (Inzicht)

4. Gedula (Grootheid) of Hessed (Genade)

5. Gevura (Macht) of Din (Rechterlijke Macht)

6. Tiferet (Luister)

7. Nezah (Roem en Duur)

8. Hod (Majesteit)

9. Jessod (Grond)

10. Malchut (Koningsmacht)

 

Het breken van de Vaten: de uitvloeiing van de goddelijke energie is zo sterk dat de kosmos dit niet meer kan opvangen, niet meer kan bevatten waardoor er een soort ‘big bang’ ontstaat; uit de scherven ontstaat de huidige ons bekende kosmos

Tikkun: werken aan het herstel van de oorspronkelijke eenheid van de wereld van God voordat de vaten braken. Dit kan door de inzet van het menselijk bewustzijn (ook de kosmos draagt sporen van een goddelijk bewustzijn) en het doen van goede daden en het bestuderen van de Tora. Daarmee ontvangt de mens een hoofdrol in het herstel – elke daad is in deze opvatting van kosmische betekenis.

hemel en aarde 

My paintings on:

On Saatchi 

On Weebly  

On Behance

Texts about my art: Blog