5 dimensies van de ziel

Vijf werelden, vijf dimensies van de ziel

(uit David Cooper – God is een werkwoord)

Volgens de kabbalá bestaat de schepping uit vijf grote bewustzijnscategorieën, die werelden of heelallen genoemd worden. Hoewel we die werelden verschillende namen geven, zijn het geen afzonderlijke heelallen maar liggen ze concentrisch, het ene binnen het andere. Assiyá is de wereld van het stoffelijke; jetsirá de wereld van de emoties, b’rieja de wereld van het verstand, atziloet de wereld van de geest en adam kadmon de oerbron. Elk van deze werelden is een lens waardoor we een uniek overzicht van de schepping krijgen. Zo leert de kabbalá dat de ziel vijf niveaus kent, vijf bewustzijnsniveaus. Elke zielsdimensie heeft een unieke relatie met de bijbehorende wereld en elke relatie is het instrument waardoor wij op mysterieuze wijze in contact komen met die wereld. Sommige aspecten van de ziel hebben meer te maken met onze stoffelijkheid terwijl andere zogezegd in andere bewustzijnswerelden wonen. Een aspect van de ziel is altijd verbonden met het middelpunt van de schepping en dat is onze eeuwige band met de waarheid.
In het kort zien die zielsdimensies er als volgt uit.

Nefesj: de wereld van de handeling
De nefesj is het niveau van de ziel dat het meest verbonden is met de stoffelijkheid. In wezen is nefesj de ziel van de atoomstructuur. Elk materiedeeltje heeft een nefesj, elke steen, elke plant, elk hemellichaam. In menselijke termen is de nefesj verbonden met het lichaamsbewustzijn. Het is het deel van ons dat het meest verbonden is met de stoffelijke wereld om ons heen. Na de dood is het het deel van de ziel dat het langst in de buurt van de overledene blijft hangen. Het is ook het deel van de ziel dat het meest betrokken is bij het zuiveringsproces na de dood.
De nefesj wordt soms de animale ziel genoemd. De Zohar heeft er een mooie beschrijving voor: ‘ Nefesj is de laagste beweging waaraan het lichaam kleeft, zoals het donkere licht onderaan de kaarsvlam dat bij de pit (lichaam) blijft hangen en alleen daardoor bestaat. Als de kaars goed brandt, wordt dit donkere licht een troon voor het witte licht erboven (het volgende niveau van de ziel: de roeach). Als beide goed branden wordt het witte licht een troon voor een licht dat niet goed meer te zien is (een nog hoger niveau van de ziel: nesjama). Zo wordt er een volkomen licht gevormd.
Terwijl de nefesj dus het dichtste deel van de ziel is en het minst verbonden is met zijn Goddelijke Bron, is hij de basis van alle niveaus van de ziel en het sterkst verbonden met het lichaam. Dit aspect van de ziel hoort bij het leven zelf, en vrijwel elke Joodse wet moet wijken voor het allerbelangrijkste gebod, de mitswá van het redden van een leven, de piqoeach nefesj.
Veel vormen van de stoffelijke materie, zoals elementaire atomen, neutronen, protonen en elektronen, bestaan vooral op het nefesj-niveau van de ziel. Maar net zoals stoffelijke materie georganiseerd kan worden in steeds complexer vormen, van eencellige organismen tot de mens, zo kan ook de essentiële ziel aspecten, hogere niveaus van de zielontwikkelen, die nauwer verbonden zijn met de centrale bron van de schepping. Dit proces is kenmerkend voor het mensenleven.

Roeach: de wereld van de formatie
Roeach betekent wind of geest. Het heeft te maken met elementair bewustzijn en informatie die door de zintuigen beweegt. Bij mensen heeft roeach te maken met taal en emoties, die allebei voortdurend in beweging zijn in het lichaam. Terwijl nefesj verbonden is met het lichaamsbewustzijn, is roeach verbonden met het emotionele bewustzijn.
Onze ‘spiritualiteit’ is gebaseerd op het roeach-niveau van de ziel. Het beweegt ons op een onbeschrijflijke manier tot tranen als we ontroerd worden door een gedicht, een blik, een kunstwerk of gewoon een moment in de natuur. Liefde op dit niveau is werkelijker voor ons en duurzamer. Ons besef van doel en zin van het leven hangt voor een groot deel af van de mate waarin onze roeach gevoed wordt.
Deze voeding is het resultaat van onze manier van leven, waar we onze tijd doorbrengen en de grondstoffen die we door onze zintuigen tot ons nemen, Net zoals het lichaam instandgehouden wordt door voedsel, wordt de ziel gedragen door ervaringen. In veel tradities worden voedingsmiddelen ingedeeld naar kwaliteiten, zoals opwindend, rustgevend, stimulerend, verontrustend, kalmerend, versterkend enzovoort. Op dezelfde manier beïnvloeden ervaringen de geest.
Als de roeach op zijn hoogste niveau komt, krijgen we een bewustzijnstoestand die beschreven wordt als roeach ha-kodesj, letterlijk te vertalen met Heilige Geest, Het is een bestaanstoestand die zich verheft boven het gewone bewustzijn. Met roeach ha-kodesj zijn we in andere dimensies van de werkelijkheid en krijgen we een duidelijk beeld van hoe het leven zich zalontvouwen. Alle bijbelse profeten hadden roeach ha-kodesj,. dit niveau van profetie is een van de verwachtingen van intense contemplatie binnen het jodendom.

Nesjamá: de wereld van de schepping
Het woord nesjamá komt in het Hebreeuws van dezelfde wortel (nsjm) als het woord voor adem. Dit niveau van de ziel hangt samen met het hogere bewustzijn en de werelden van de engelen. Het is een eigenschap die kenmerkend is voor het menselijke bewustzijn.
De Zohar beschrijft nesjamá als volgt: ‘De nefesj en de roeach zijn met elkaar verweven terwijl de nesjamá zetelt in iemands karakter. Dit is een niet te ontdekken of te lokaliseren verblijfplaats. Als iemand streeft naar zuiverheid in het leven, wordt hij of zij geholpen door een heilige nesjamá …Maar als iemand niet streeft naar rechtvaardigheid en een zuiver leven, wordt die persoon alleen bezield door twee niveaus: nefesj en roeach.’
Hoewel wij allen het vermogen hebben om het nesjamá-aspect van onze ziel te ontwikkelen, is het niet zeker dat we het ook doen. Denk maar eens aan een pottenbakkersoven. Sommige soorten glazuur moeten een vaste tijd bij een bepaalde temperatuur worden gebakken. Als die temperatuur niet gehaald wordt, zal het glazuur niet hard worden.
Vanuit een spiritueel gezichtspunt brandt ons leven op bewust handelen (brandstof) en zuiver leven (zuurstof). We hebben een goed mengsel van die twee nodig om de temperatuur hoog genoeg te krijgen om de hogere mogelijkheden van de ziel tot leven te brengen. Als die eenmaal bereikt zijn, krijgen we toegang tot hogere bewustzijnsniveaus.
Zelfs al is ons vermogen om het hoogste niveau van de ziel te voeden niet gegarandeerd, toch wordt aangenomen dat het menselijk bestaan gericht is op het verwezenlijken van dit verheven doel. De Zohar zegt: ‘Eerst heeft de mens een nefesj. Dan wordt hij of zij gekroond met de graad die op de nefesj rust, dat is de roeach. Hierna neemt een veel hogere graad die over de andere heerst, de nesjamá, zijn intrek, en de persoon wordt de komende wereld waardig. Nefesj kan niet bestaan zonder de hulp van roeach en roeach wordt op zijn beurt instandgehouden door nesjamá. De drie vormen een eenheid.’ Eenvoudig gezegd: het menselijk leven is niet compleet zonder de nesjamá.
De nesjamá emaneert uit een verheven bron terwijl de roeach uit een wat lagere bron emaneert. Als deze twee bronnen zich verenigen, schijnen ze met een hemels licht en worden ze de ‘lamp’ genoemd. Zoals in Spreuken staat: ‘De nesjamá van de mens is een lamp van de Heer.’ De nesjamá is in veelopzichten een essentieel aspect van de schepping. Omdat de nesjamá een aspect van de ziel is dat direct verbonden is met de Goddelijke Bron van het leven, zijn we door de nesjamá en de hogere aspecten van de ziel de partners van God in de voortgaande ontplooiing van de schepping.
De nesjamá is in wezen zuiver. Er kan geen smet op komen. Als we sterven keert de nesjamá meteen terug naar de Goddelijke Bron ervan.

Chajá: de wereld van de emanatie
Er zijn nog twee extra, veel edeler niveaus van de ziel. Chajá, of levende essentie, is zo etherisch dat ze weinig verband heeft met het lichaam en meestal in andere werelden vertoeft. Het is te subtiel voor ons bewustzijn en we kunnen dit niveau alleen in een andere bewustzijnstoestand gewaarworden. In die zeldzame momenten waarin we ons één voelen met alles en een helder licht van zuivere eenheid ervaren, zijn we aangesloten op het chajá-bewustzijn.
Er valt niets over dit niveau van de ziel te zeggen behalve dat dit het hoogste bewustzijnsniveau is dat mensen kunnen bereiken. Dit is het kabbalistische terrein
van de wijsheid (chochma) dat de bron is van al het begrijpen (bina).
De ervaring van Joodse verlichting of eenwording met God, devéqoet, verblijft in de zielsdimensie van chajá. Het is te subtiel om te beschrijven, te stralend om het in een concept te vangen.

Jechidá: de wereld van de wil
Het niveau van de ziel dat het nauwst verbonden is met de bron van het bewustzijn wordtjechidá genoemd, wat ‘eenheid’ betekent. Het is het middelpunt van de ziel en als zodanig verdwijnt het in de oneindigheid van de schepping. Sommigen zouden zeggen dat dit het aspect van de ziel is dat direct verbonden is met het wezen van het Goddelijke. Het is niet ‘bij’ ons, maar we zijn er nooit van gescheiden.
Op dit punt verdwijnt de dualiteit. Het is veel te subtiel voor het menselijk bewustzijn. Jechidá is onze eigenlijke verbinding met God-dend, het deel van ons dat nooit gescheiden kan worden van het Goddelijke. Als al het andere tekortschiet, kan het bewustzijn van onze jechidá-gave voldoende zijn om ons door onze moeilijke perioden heen te helpen, want het is het aspect van ieder mens dat voor eeuwig verbonden is met de volmaaktheid.