LU JI (261-303) Ballade van de krijgsdienst Hoe bitter lijdt een man op verre tochten! Tot 's werelds uithoek prooi van wind en golven: De piek van de Vijf Ketens zuidwaarts over, De Grote Muur beschermend in het noorden. Het diep ravijn is wijd en bodemloos En dicht verheffen zich de steile bergen: Hij … Doorgaan met het lezen van Lu Ji en Sun Chuo
