In 2004 heb ik het begrip auto-topie (autotopie/autotopos) bedacht naar aanleiding van een toespraak van Michel Foucault over heterotopiën – waarbij ik mij afvroeg waar de woonplaats is van het zelf (als zelf). Die woonplaats is het lichaam. Het is niet alleen een woonplaats maar het zelf valt er ook mee samen. Zelf en zelfbewustzijn kennen een lange traditie in het denken en het ervaren. Er zitten veel kanten aan en je kunt het vanuit verschillende perspectieven bekijken. Ik heb toen ook een aantal dimensies onderscheiden meet betrekking tot het begrip auto-topie die later zijn aangevuld met nieuwe gedachten. Een project dat nog lang niet af is. De ervaring dat het zelf als het ware woont in het lichaam en er meestal volledig mee verbonden is (zowel bewust als onbewust) en de pregnante plek van dit lichaam in ons persoonlijke bestaan was in mijn ogen in 2004 in de filosofie nauwelijks gethematiseerd. Misschien is dit nu anders maar dat kan ik niet beoordelen. In de volgende paragrafen laat ik een aantal dimensies zien met bijbehorende vragen. Aanvullingen en suggesties zijn welkom.
Zelfervaring van de auto-topie:
- In de mens als auto-topie wordt het zelf als voornaamste bron, als kern gezien. Maar wat is dit zelf? Ervaart het zelf zichzelf door het lichaam als ruimtelijk of als tijdelijk bepaald, of beiden
- Ervaart het zelf zich door afzetting (autonomie) tegenover andere zelven (heteronomie)
Ervaart het zelf zich door een accent op de topos, de plaats, het lichaam, waardoor het zelf zich onderscheidt van anderen? - Waar legt de mens als zelfplaats accenten om zich te onderscheiden, om zich als het ware waar te nemen als zelfplaats?
- Welke rol speelt het bewustzijn van zichzelf in deze ervaring waar het lichaam als auto-topie wordt gezien. Waar zetelt het bewustzijn, wat is het bewustzijn in deze?
Zelfontwerp van de auto-topie:
- De mens als zelfplaats leeft vanuit een bepaalde motivatie, met bepaalde verwachtingen en doelstellingen. Hoe gaat hij om met de contingentie van zijn bestaan, zijn grenzen, zijn falen en mislukken. Kortom welk effect heeft de horizontale en verticale dimensie in zijn bestaan op zijn bestaan als auto-topie. Is zijn zelf-plaats onderwerp van een project, de mens als auto-topisch project? Op welke wijze ontwerpt hij zichzelf in ruimte en tijd en hoe geeft hij daar betekenis aan?
- Als auto-topie kan de mens ook kiezen voor utopieën als na te streven doelen. Wat levert dat op voor zijn veld van betekenissen en zijn zelfverstaan, voor zijn horizontale en verticale dimensie in het verstaan van de werkelijkheid? Exterioriteit – interioriteit in relatie met auto-topie (Levinas)? Zie ook de religieuze dimensie.
- De horizontale en verticale dimensie zijn beiden wijzen van betekenis-geven. Hoe wordt dit vanuit het lichaam zichtbaar en is er een lichamelijke basis hiervoor?
Auto-topie binnen hetero-topieën:
- Michel Foucault beschrijft het begrip heterotopie in tegenstelling tot de utopie (een niet reële ruimte) als een concrete ruimte waarin een utopie gerealiseerd is, en die bestaat uit een netwerk van relaties die beschreven kunnen worden met oog voor de mythische en de reële dimensie ervan. Foucault formuleert verschillende basisvoorwaarden waaraan heterotopiën als andere of afwijkende ruimte voldoen. Ik geef ze heel kort weer met een enkel voorbeeld: (1) Hij vermoedt dat er geen culturen zijn die de heterotopie niet kennen. Hij maakt daarbij onderscheid in twee grote groepen die een rol spelen bij het begin van elke maatschappij: de crisis- heterotopie waarbij sacrale (verboden) ruimtes met het oog op mensen die zich in een crisis bevinden een rol spelen (reiniging) , en de afwijkings-heterotopie, waar individuen geplaatst worden die niet in de maatschappij passen (psychiatrische instelling). (2) Heterotopiën functioneren in de loop der tijd anders. (3) Een heterotopie kan op een plek meerdere ruimtes bevatten die onverenigbaar zijn (de bioscoop, de tuin). (4) Heterotopiën zijn vaak gebonden aan een tijdsfase, door Foucault heterochronie genaamd. De heterotopie functioneert volledig, zo zegt hij, als mensen breken met de oorspronkelijke tijd waar ze uit voort komen. Heterotopiën kunnen betrokken zijn bij het opeenstapelen van de tijd (museum) of bij het vluchtige karakter van de tijd (feestweide) (5) Heterotopiën veronderstellen een systeem van openingen en sluitingen dat hen tegelijkertijd isoleert en doordringbaar maakt. (6) De heterotopie heeft een functie ten aanzien van de leefruimte. Ze kan als een illusie werken, als een illusie-heterotopie (bordeel) of omgekeerd als een kompensatie-heterotopie omdat de er een “betere” ordening van de realiteit en maatschappij mogelijk is in een nieuw model (kolonie). Het begrip heterotopie levert zo door de verscheidenheid en differentiëring ervan een breed scala aan mogelijkheden om concrete ruimtes te beschrijven in onze samenleving.
- Als auto-topie doorloopt de mens verschillende hetero-topieën, andere plaatsen. Welk effect heeft dat op zijn zelfverstaan en wat draagt dit bij aan zijn eigen ontwerp? De sacrale werkelijkheid kan ook een heterotopie worden genoemd; het andere valt niet te koloniseren, ook niet door een opvatting van sacraliteit.
Auto-topie in relatie en transformatie:
- Een auto-topie onderhoudt concrete relaties, waaruit bestaan deze en met wie worden deze onderhouden, wat leveren deze relaties op voor de auto-topie en hoe gaat dit in zijn werk? Vooral wat betekenen deze relaties niet alleen voor het zelf, maar vooral ook voor het lichaam en de beleving van het lichaam in de wereld?
- Extensie en intensivering van het zelf als auto-topie via taal, ideologie, en gedrag. Wat is de werking van de beperking? In ruimte en in tijd, wat doet dat met het lichaam, met het zelfbeeld en met de zelfwaardering?
- Elke auto-topie ontwerpt zelfbeelden, we kunnen die ‘auto-pictures’ noemen en ze ontwerpt wereldbeelden, ‘mundus-pictures’ genaamd. Hoe verhouden beiden zich, wat is hun expliciete object, wat is het subject in deze?
- In het ontwerp van de mens als zelf en als auto-topie spelen hiërarchieën vaak een grote rol, met een basis en een top, modellen voor zelfverwerkelijking, graden van gedeelde intimiteit, andere vormen van gedrag, vormen van binding, uitdagingen en valkuilen. Waar ligt precies het fundament in het lichaam, in de topos? Waar vindt de overgang in deze modellen plaats tussen lichaam en geest, vlees en ratio; vanuit welk kader wordt dit beschreven en is er altijd een overgangsmoment? Hoe is de waardering geformuleerd – is er een voorkeur voor of afkeur van het lichaam?
Auto-topie binnen de religieuze dimensie:
- Heeft de auto-topie ook een religieuze kern en waaruit bestaat deze dan? Of is religie een kenmerk, een toegevoegde waarde die niet tot het wezen van de auto-topie behoort?
- In de mens als auto-topie kan God een plaats innemen: is God aanwezig in het lichaam en heeft het lichaam weet van een God? Hoe kleurt dit laatste de waarneming van de werkelijkheid en de wereld en wat betekent dat voor ons wereldbeeld? Met andere woorden is er een goddelijke evidentie die met/via ons lichaam kan worden ervaren en hoe evident is deze ervaring dan? Heeft het lichaam wel een aandeel in de ervaring van het verticale? Vgl. Meister Eckhardt over de ziel en het zich openbaren van God in de ziel.
Auto-topie als filosofisch concept:
- Concluderend kunnen wij stellen dat nadenken over het lichaam als auto-topie een wijze van filosofische reflectie is van het zelf over zichzelf als plaats, binnen het kader van de wereld als zinhorizon. De ruimtelijke gebondenheid van dit denken, de gekleurdheid door tijd en omstandigheden (context) en de conceptuele vertaling hiervan in begrippen en beelden roept vragen op die de moeite waard zijn om te stellen zonder dat de verwachting vervuld wordt dat ze ook beantwoord kunnen worden. Tenslotte zijn er ook nog andere dimensies dan ruimte en tijd waar de auto-topie aan onderworpen is? Wat betekent dit dan?
- Auto-topie in een digitale context maakt het virtuele lichaam tot een auto-nodus, een zelf-knooppunt in een veld van relaties waarbij auto-nodus en hetero-nodus telkens samen tegelijk optreden: als zelf-knooppunt in en digitaal veld van relaties, is het zelf-knoopunt voor anderen zelf-knooppunten in het veld een hetero-nodus, terwijl de anderen voor het zelf als auto-nodus allemaal hetero-nodus(sen) zijn. In de digitale werkelijkheid bepaalt het perspectief voor een deel de inhoud van datgene wat zich afspeelt in de relaties die telkens aan verandering onderhevig zijn en die in principe alles en iedereen kunnen omvatten en zich uitstrekken tot alles wat in het digitale domein kan optreden.
John Hacking
4 essays waarin in de twee eerste essays het lichaam als auto-topie terugkomt:

Dank voor deze boeiende verklaring over : Het lichaam als woonplaats van het zelf .
Vriendelijke groeten ,
Louise
LikeLike
Graag gedaan Louise
LikeLike